De kersenvla van Abattoir Fermé neemt de holle levens van een groep ogenschijnlijk zelfverzekerde acteurs op de hak in een komedie. Wat begint als een theaterrepetitie mondt uit in een ranzig, nachtelijk feestje. Wie zich eraan over kan geven heeft een goede avond volop melige verwijzingen. De kersenvla is theater over theater met in de hoofdrol een onzekere toneelschrijver en veel Limburgse kersenvla, die soulaas biedt aan een troosteloze nacht.

Abattoir Fermé heeft fans in Tilburg, dat proef je al direct bij binnenkomst in Theater De Nieuwe Vorst.  Het is er minstens zo hitsig als in het stadscentrum waar veel jong volk op de been is om nog net voor de volgende lockdown uit hun dak te gaan. In de zaal is het eigenlijk niet anders. Regisseur en schrijver Stef Lernous, drijvende kracht achter Abattoir Fermé, roept Danny Tsjechov , ‘de broer van’, in het leven om vanuit dit gegeven een doldwaze komedie op te bouwen.

Samen met regisseur Ewelina ontvangt de schrijver (uitstekend gespeeld door Louis van der Waal) zijn excentrieke gasten. Chiel van Berkel speelt een arrogante Nederlandse acteur, met alle clichés die aan die nationaliteit hangen. De roep om vrijkaarten lijkt geen einde te kennen. In traditioneel Russische outfit is Tine Van den Wyngaert de diva van het stel., theatraal citeert ze Yates op haar hoogtepunt van de nacht. De jonge Ellen Sterckx schittert tussen de bedrijven door als hedendaagse ballerina.

Compleet hulpeloos probeert controlfreak Ewelina (een fysieke Kirsten Pieters) de troupe bij elkaar te houden, maar ondanks haar originele, therapeutische invallen krijgt ze geen enkele kans. Ze gaat er eerder zelf onderdoor. Ondertussen is underdog Danny Tsjechov voortdurend de sjaak van het van het bijdehante en battlende acteergeweld. Tot zo ver het dynamische eerste deel van deze merkwaardige, holle komedie die het begrip theater echoot.

Geestige Russische muziekcovers, van Cohen tot Nirvana, breken het spel, met als ultieme hoogtepunt een fysieke pauze-act. Nadat de loshangende decorstukken bij elkaar gebracht zijn en de contouren van een houten huis vormen, stort De kersenvla na de break in als een kaartenhuis. Het huis staat, maar het stuk is zoek. Gelukkig is er nog altijd de taart, die gretig wordt verorberd; ook gerust nog tijdens de ochtendlijke tandenpoets-beurt. Bizarre maar sterke vondst, die aan de kern van dit toch redelijk platte stuk raakt.

Bij tijd en wijle is De kersenvla geestig, sommige toeschouwers lagen een voorstelling lang onder hun stoel van het lachen. Toepasselijk programma wel op de avond van ‘de elfde van de elfde’, zeker nu. Of het nu om entertainment gaat, bier of kersenvla. De mens kent geen maat, alleen in overdaad lijken we onszelf te kunnen vergeten. Tja, het is een diepzinnige analyse van een hele luchtige taart.

Foto: Sofie Jaspers