Waar geloven wij nog in anno nu? Olaf Mooij vindt dat ook heidenen een plaats van aanbidding verdienen en presenteert op de Parade De kerk van ons ongelovige geloof. Die heeft veel te danken aan zijn vorige Parade-actie van twee jaar terug, het Museum van carcheologie, maar voegt daar nu een spirituele dimensie aan toe.

Gouden autootjes langs de plinten en de deurposten, gouden autootjes op het dak en tussen de uitgespreide armen van Jezus. Als Olaf Mooij een thema kiest, zullen we het weten ook. Het minimuseum, heel toepasselijk ook op vier wielen, staat stampvol met veel zorg en precisie uitgevoerde relikwieën, relieken en heilige beelden, op sterk water of aan de muur. Het grootste, in een enorm glas, is het prototype van de zelfrijdende auto – met hersenen dus. Een stuk van een meteoor in autovorm laat zien dat de goden kosmonauten waren en wat voor vervoermiddel die hadden.

De kever – bemiddelaar tussen de dierlijke en de menselijke en nu ook bovennatuurlijk wereld – speelt weer een glansrol. Wie het ontwerp uit 1938 van boven bekijkt, ziet een masker voor ritueel gebruik. Waar het goddelijke is, is het duivelse nooit ver weg. In dit geval in de vorm van een Lamborghini Diablo. Reden voor wat ouderwets exorcisme.

De term ‘de heilige koe’ verbindt auto en religie moeiteloos met elkaar. Buiten India dan. Ons geloof in de auto is groot, anders zouden we onze veiligheid niet zo gemakkelijk uitleveren aan het ‘stukkie blik’, zoals heiligschenners de bron van verering soms durven te noemen. Toch kan het ook misgaan, bijvoorbeeld door de zwarte krachten van de sjoemelsoftware. Daar ging de geloofwaardigheid van de moderne Volkswagen.

Wie het Parade-lawaai, hoe vermakelijk ook, even te veel wordt, kan zich even terugtrekken in de stilteruimte van hogepriester Mooij. De kerk heeft zijn functie nog niet verloren.