De Stilte uit Breda is een van de weinige gezelschappen die zich alleen richt op dans voor kinderen en veel aandacht besteedt aan educatie. De nieuwe voorstelling van de groep, De kartonbewoners, is bedoeld voor kinderen vanaf zes. Maar de volwassenen worden zeker niet vergeten. 

Centraal op het podium staat een grote kubus met een gordijn eroverheen. Binnen flitst een blauw licht, buiten is het schemerig. In een kier onder het gordijn verdwijnt langzaam een kartonnen doosje. Het eerste levende wezen dat opkomt is een soort kever, ronde rug, vier poten op de grond, vlak bij elkaar. Als er een tweede wezen verschijnt, leidt dat tot een gevechtje.

Er verschijnen nog twee wezens. Gaandeweg ontdekken ze de inhoud van die mysterieuze kubus. Ze halen er karton uit in vele verschijningsvormen. Dozen waarmee het lekker bouwen is – welk kind wil dat niet? – maar steeds meer heel concrete woninginrichtingselementen: een kandelaar, een raam met een poes erin, een pick-up en zelfs een open haard. Daardoor verandert de kubus van een groeve met ruw bouwmateriaal in een soort Ikea. Van inventie tot confectie: bouwen hoeven de kartonbewoners al snel niet meer.

Met al die spullen bouwen ze een comfortabel huis met twee kamers. In die kartonnen omgeving spelen de vier dansers gezinnetje: er wordt geconverseerd, gerookt, ge(stijl)danst en er ontstaan meningsverschillen. Het ziet er mooi uit (Bert Vogels verzorgde het toneelbeeld), maar je voelt aan de reacties in de zaal dat de soms slapstickachtige parodie op de conventies van volwassenen niet helemaal besteed is aan de 6+-doelgroep. Dat geldt niet voor het gevecht om de Playstation – dat is heel herkenbaar.

In het tweede deel van De kartonbewoners gaat het doek van de kubus af en komen er meer dozen tevoorschijn. Achter een muurtje verrijst een soort fabriek met lopende band, waar robots langslopen.

De kartonbewoners is een soort evolutieverhaal, maar die evolutie verloopt nogal schokkerig. Een paar momenten krijgen wel heel veel aandacht, en dat maakt de lijn in de voorstelling niet duidelijker. Choreograaf Jack Timmermans leverde mooi bewegingsmateriaal, maar laat details en momenten regelmatig prevaleren boven overkoepelende helderheid en kan het niet altijd laten om de ouders aan te spreken over de hoofden van hun kinderen. Dat gaat soms in de richting van effectbejag.

Intussen zijn er veel leuke momenten en wordt er goed gedanst in de voorstelling. Alex Havadi-Nagy, Donna Scholten, Elena Sgarbi en Tim Volleman zijn als team bepaald in vorm. Ze zijn niet alleen interessante bewegers, ze acteren ook met veel interactie, expressie en humor. Zij maken de voorstelling levendig en vrolijk.

Foto: Hans Gerritsen