Pannonica de Koenigswarter Rothschild, hoofdpersoon in De jazzbarones, heeft echt bestaan en groeide op in een steenrijke familie. Tg. Winterberg brengt een ode aan haar leven en liefde voor jazzicoon Thelonious Monk. Een noodlottige relatie die haar aan de rand van de afgrond bracht.

Tg. Winterberg maakt beeldende voorstellingen met acteurs en poppen in allerlei varianten. In De jazzbarones staan ook drie musici op het toneel die grillige, kleurrijke composities spelen van Jasper le Clercq. De titel wekt de verwachting dat er een jazzdiva met hen meezingt, een swingende pop met sterallures in de stijl van de Muppetshow. Maar die associatie berust op een misverstand.

Het duurt even voor de voorstelling op gang komt. De openingsscène is een blik vooruit op de arrestatie van de twee geliefden wegens drugsbezit. Een wat geforceerd gespeelde scène die aan een ouderwetse detectiveserie doet denken. Daarna volgen we de barones in haar veelbewogen leven dat begint als stijve aankleedpop onder een glazen stolp op het uitgestrekte landgoed van haar familie. Een schot in de roos is het adellijke fossiel, een dame in de vorm van een kleine nerts met oud pluisbont. Zij kruipt over het toneel en leest het publiek geaffecteerd de les over de tradities van de familie Rothschild.

Acteurs Werner Kolf en Meike van den Akker spelen en vertellen het verhaal en daaraan hebben zij de handen vol. Pannonica trouwt een al even rijke man, krijgt kinderen en komt na een noodlottige vliegreis weer alleen te staan. New York is halverwege de twintigste eeuw het bruisende centrum van de jazzmuziek . Daar stort zij zich tot ontzetting van haar familie in de armen van een jazztalent dat haar hart verovert met het nummer Round about midnight.

De acteurs zijn multitalenten. Ze brengen de personages tot leven, stemmen de ritmiek van hun spel af op de muziek en manipuleren een serie grote en piepkleine poppen. Soms is het teveel van het goede en zijn de figuren overbodig. Het kleine mannetje in een gammele vliegmachine en de groene krokodil die grijnzend over het toneel kruipt voegen weinig toe aan de verbeelding. Muziektheaterregisseur Marcel Sijm laat tekst en muziek vloeiend samengaan en in grote lijn is dat genoeg om de voorstelling vleugels te geven.

Pianist Thelonious Monk was in zijn tijd met drummer Kenny Clarke de muzikale kern van Minton’s Playhouse, een beroemde jazzclub in Harlem. Ook speelde hij samen met grootheden als Dizzy Gillespie, Art Blakey en Charlie Parker. Het is jammer dat zijn muzikale leven niet uitbundiger in de schijnwerpers komt te staan. Het trio Andreas Suntrop, Jasper le Clercq en Dirk Peter Kölsch is virtuoos en vooral jazzdrummer Kölsch tovert met ritmes. Maar we missen de swingende sfeer rond de bebopmuziek in de nachtclubs van New York.

De jazzbarones eindigt tragisch. De melancholie van deze vrouw die  de leegte in haar bestaan opvult door als een groupie met een getalenteerde muzikant mee te reizen kruipt dan onder de huid.

Foto: Stef Nagel