‘Fascist’ lijkt een duidelijk etiket, maar de praktijk is gevarieerd. De verse Rotterdamse theatergroep Nieuw Repertoire vermengt in De idealisten documentair theater met gefingeerde dialogen waarin drie vooroorlogse Nederlandse fascisten centraal staan. De holle, hoge, doodlopende gang van de voormalige gevangenis aan de Noordsingel is een sterk decor.

De spraakmakende Nederlandse fascisten Erich Wichman, Hugo Sinclair de Rochemont en Jan Baars verenigden zich eind jaren twintig in clubblad De bezem. Ze zagen veel in Mussolini en weinig in Mussert en zijn NSB. Wichman was als kunstenaar anarchist en ongeleid projectiel. Hij bedacht onder meer een blaaspijp die vlooien over sociaal-democraten kon uitstorten. Wichman overleed in de eerste uren van 1929, dus speelde geen rol toen het menens werd. Sinclair de Rochemont richtte De bezem op, schreef de eerste nummers persoonlijk vol en bleef in de zaak geloven tot zijn dood: hij meldde zich vrijwillig bij de Nederlandse SS en sneuvelde bij Leningrad. Jan Baars sprak als eenvoudige jongen de taal van het volk, schreef een brief aan Hitler waarin hij pleitte tegen de jodenvervolging en stapte in de oorlog over naar het verzet. Zoals vaak bij extreme politieke splintergroeperingen lukte het de mannen niet om lang en effectief samen op te trekken.

Nieuw Repertoire laat iets zien van hun leven en streven. De groep bestaat uit de acteurs Michiel Bijmans en Joost Dekker en toneelschrijver Hayco Oudeman. Ze willen behalve nieuwe toneelteksten van Oudeman ook bewerkingen van literatuur spelen. Daarmee lijkt de groep de logische erfgenaam van het door een subsidiestop opgeheven Rotterdamse theaterhuis Bonheur, waar de drie oprichters elkaar ontmoetten. De eerste samenwerking beviel zo goed dat ze meer wilden.

Het begin van Nieuw Repertoire mag je veelbelovend noemen. Bijmans en Dekker vertellen in hun soldaat-van-oranjepakken soepel en losjes over een zijpaadje in de Nederlandse geschiedenis. Ze citeren uit de boeken die op een tafeltje liggen. Vaak uit de oorlogsgeschiedenis van De Jong, maar ze lezen ook gedichten van Marsman en Bloem, toen die nog wat zagen in het fascisme.

Tegen die achtergrond spelen ze scènes uit het leven van de mannen met hun antidemocratische ideeën. De dialogen van Oudeman zijn levendig en boeiend, en de acteurs spelen ze als pingpongwedstrijden om het kampioenschap. Van het cafégesprek met Jan Baars kun je je voorstellen dat het in 1948 ongeveer zo heeft plaatsgevonden. Een nog sterkere scène is die waarin Sinclair de Rochemont een mooie jongen mee naar huis heeft genomen, maar daar klem zit tussen zijn homosexuele neigingen en zijn fascistische ideologie. Een arbeider is wel even lekker, maar hij moet zich natuurlijk niet verbeelden dat hij werkelijk kan verkeren met iemand uit een hogere klasse.

De voorstelling laat nogal wat vragen open. Wat waren precies de idealen van de idealisten? Waarom deze fascisten gekozen en geen andere? Waarom koos Baars voor het verzet? Hoe botste het ultrarechtse trio precies? Dat staat nieuwsgierigheid naar meer Nieuw Repertoire intussen niet in de weg. Drieënhalve ster, afgerond vier.