Maarten Heijmans en Ian Bok maakten De huilende kers vlak na hun opleiding. Bijna tien jaar later hernemen de heren het materiaal in de foyer van het DeLaMar Theater, voor een jong en zeer welwillend publiek.

De huilende kers valt in de categorie ‘fysiek theater’, maar laat zich dankzij de uitvergrote klunzigheid en komische mimiek ook prima omschrijven als een clownsact. Een clownsact met een oosters randje welteverstaan. In een soort fantasie-Japans voeren de mannen een langdurig en agressief verleidingsspel op tussen een heetgebakerde man en een tere gamelandanseres. Deze scènes worden onderbroken door intermezzo’s van een samoerai en zijn leerling, en ook moet er af en toe sushi worden gegeten, thee worden gedronken, en aan tai chi worden gedaan. Staande asbakken doen dienst als gong, en maken het geheel zo ook nog een persiflage op boeddhistische meditatiepraktijken.

Het is allemaal vermakelijk, maar op een gegeven moment gaat de boel slepen. De vechtbewegingen zouden explosiever mogen, of misschien mag de voorstelling gewoon wat korter. Hoewel hun fantasietaal doorspekt is met woorden die het publiek begrijpt – sake, kung fu – wordt het toch het grappigst wanneer ze af en toe op Engels overschakelen, inclusief vet Aziatisch accent uiteraard.

Wat De huilende kers redt, is de geweldige mimiek van beide spelers. Na de eindeloze karate-scènes komt de vaart er weer in als Maarten Heijmans door Ian Bok als een soort Quasimodo vanachter wordt belaagd. Als Heijmans hem de baas lijkt, ontpopt die Quasimodo zich tot een gevaarlijk monster. De lichaamstaal, mimiek en timing van Bok zijn in deze scène briljant; zelden kan iemand zo mooi lelijk zijn. Het slijm druipt met draden zijn mond uit, zijn ogen spuwen vuur in zijn rood aangelopen kop. Sowieso zijn de totaal verschillende gezichten die hij tijdens de voorstelling laat zien meesterlijk. Heijmans excelleert juist in het vasthouden van dezelfde, intens gefocuste blik, wat gezien zijn prachtige gelaatstrekken ook heel prettig uitpakt.

Ondanks dat mist De huilende kers af en toe de vaart die een voorstelling zonder narratief nodig heeft om te kunnen blijven boeien. Als Heijmans en Bok meer variatie zouden opzoeken en de boel een beetje durfden in te korten, zou de reprise succesvoller zijn.

Foto: Janey Van Ierland