Het is maar een kleine, bescheiden voorstelling op locatie. Gespeeld door twee vrouwen, Manja en Julia Bedner, moeder en dochter in het stuk en in werkelijkheid. Manja speelt Aleida, een vrouw die in 1472 plotseling werd opgepakt, gemarteld en ten slotte als heks verbrand. Julia speelt haar dochter Greetje.

Als je geluk hebt wordt het gespeeld op het dorpsplein van het eeuwenoude dorpje Almen, dichtbij Zutphen, waar Aleida ook inderdaad is verbrand. Maar als je minder geluk hebt, zoals ik, vorig jaar, omdat het bijvoorbeeld regent, vindt het plaats in de 14eeuwse Dorpskerk van Almen, ook een historische, indrukwekkende plek.

Een heks is voor ons vooral een figuur uit een sprookje, misschien uit een opera, een roman. Wij realiseren ons nauwelijks dat er bijna vier eeuwen lang in Europa werkelijk tienduizenden vrouwen als heks werden vervolgd, op dubieuze gronden veroordeeld en geëxecuteerd. Aleida heeft echt geleefd en was de eerste vrouw die in Nederland als heks werd verbrand.

Er zouden nog 250 vrouwen volgen in de eeuw daarna, en dat is relatief weinig als je dat vergelijkt met bijvoorbeeld Duitsland. De slachtoffers van de heksenvervolging in Europa tussen 1350 en 1720 waren bijna altijd vrouwen, meestal oudere vrouwen, vaak waren ze vroedvrouw of kenner van medicinale kruiden. Vreemd is dat dit niet zozeer in de diepe  middeleeuwen gebeurde, maar juist in de verlichte Renaissancetijd. Van veel van die processen zijn uitgebreide verslagen aanwezig.

Aleida was waarschijnlijk ook vroedvrouw, een wijze vrouw, maar zij was ook de huishoudster en geliefde van de pastoor, de vader van haar dochter. Waarschijnlijk werd die relatie oorspronkelijk oogluikend toegestaan, maar moest het celibaat plots weer wat strenger worden gehandhaafd. De pastoor kreeg absolutie voor zijn vergrijp, Aleida werd gearresteerd, gemarteld en tot een bekentenis gedwongen.

In het stuk De Heks van Almen wordt haar verhaal op een eenvoudige manier verteld. Aleida zit opgesloten, haar dochter komt haar bezoeken, zij brengt haar iets te eten en samen proberen ze te begrijpen wat er is gebeurd. Af en toe stappen ze uit hun rol en kijken als vrouwen van onze tijd verbijsterd terug op wat er toen is gebeurd en wat we nu nagenoeg zijn vergeten.

Het is niet alleen het verhaal van één concrete vrouw die slachtoffer wordt van een heksenjacht. We zien het ook in de context van een Europa in verandering, waarin tienduizenden zondebokken worden gezocht voor alle problemen die er zijn. Tegelijkertijd krijgt het droevige verhaal hier toch nog een glimp van een hoopvolle afloop. Een genderneutrale God van nu komt Aleida opbeuren en troosten en belooft haar dat er ooit een maatschappij zal zijn waar geen vrouwen meer worden verbrand. Hoewel we eigenlijk beter weten, spreken we dat niet tegen.

De productie heeft met veel problemen te kampen gehad, onder meer door de corona-epidemie. Nu wordt hij, na een onderbreking van bijna een jaar vanaf 18 juni weer gespeeld. Eerst tot en met 18 juli in de kerk van Almen, dan van 23 juni tot 15 augustus op het Kerkplein in de open lucht. De tekst komt als boekje beschikbaar.

Manja Bedner heeft die tekst geschreven, samen met dramaturge Heleen Verburg van Theatermakers Achterhoek op basis van veel onderzoek door professionele en amateur-historici. Haar neef Ilan Bedner maakte de muziek die door een strijkkwartet wordt uitgevoerd. Elvire Trijsburg maakte de mooie kostuums.

Het zou goed zijn als deze voorstelling gespeeld zou worden in alle Nederlandse gemeentes waar heksen zijn verbrand en als overal zulk minutieus onderzoek daarnaar zou worden gedaan als in Almen, dat lieflijke dorp, waar je allerminst zo’n groot drama zou verwachten.

Foto: Vincent Tollenaar