De komende maanden toeren Maartje de Boer (1989) en Kine Handlykken (1985) door het land met hun tweede programma De Goldberg Machine, waarin ze hun passie laten blijken voor techniek en wetenschap. Het resultaat laat echter een lichte nasmaak achter. De grappen overtuigen niet helemaal, en het programma duurt precies een helft te lang. Toch wordt dit euvel gecompenseerd met fraaie liedjes en een sterke tweede helft.

Maartje en Kine zijn frisse dames die de kunst van het bewonderen beheersen. Zo brengen zij onder meer een ode aan de bouwvakker, maar ook aan de stad Groningen. Ze hebben dan inmiddels zoveel sympathie gewonnen dat ze de hele zaal mee krijgen. Dat is ze niet komen aanwaaien, want daaraan voorafgaand oogt het programma alsof ze geen keuzes hebben durven maken. Zo komen er wel erg vaak flauwe taalgrapjes of verwijzingen naar de Noorse afkomst van Kine. En daarmee is gelijk de zwakte van het duo blootgelegd: de balans tussen humor en muziek is er nauwelijks. Vooral tekstueel wil het nog niet echt vlotten om overtuigend cabaret te maken, terwijl het muzikaal prachtig klinkt. Hoewel ze met aardige verhalen komen over de evolutietheorie, mislukte uitvindingen en de gevolgen van een lege kinderkamer, blijft het toch allemaal wel wat karig om de lach uit te lokken. Bovendien volgen de sketches elkaar niet vloeiend op, maar rammelt de structuur zodanig dat de uitvoering poreus oogt. Een strakkere regie zou hier uitkomst kunnen bieden om dit programma van begin tot eind te laten slagen.

Dat heeft met name te maken met de lengte van het programma. Twee keer drie kwartier met een pauze was niet nodig geweest, aangezien de eerste helft geen noodzakelijke voorbode was voor de tweede. Er worden geen grote lijnen uitgezet of dermate goede grappen gemaakt dat het tweede gedeelte over een geheel andere boeg moet worden gegooid. Ook zijn er enkele slordigheidjes te ontdekken (versprekingen, timing) die het niveau geen goed doen, want van een duo dat inmiddels zes jaar bezig is mag je wel iets meer verwachten. Toch moet worden gezegd dat Maartje en Kine, zeker na de pauze, hun draai lijken te hebben gevonden. Was de eerste helft nog een wat brave en gezapige kennismaking, daarna zit er meer olie in. Wat daarbij helpt is het brede repertoire aan instrumenten dat ze beheersen, van een balalaika tot viool, en van accordeon tot zaag. Ook de zang mag er zijn, zeker met liedjes over het afschaffen van minimumloon en de NS. Hun fascinatie voor de schoonheid en toeval in de wetenschap weten ze dan ook overtuigend te brengen, al is het voor een avond gloedvol cabaret nog te mager. Daarom drie sterren, maar met hakken over de sloot. Misschien dat ze in hun derde programma wél direct de juiste toon weten te vinden.

Foto: Jaap Reedijk