Lars Doberman is het muziektheatercollectief van Reinout Scholten van Aschat, Matthijs van de Sande Bakhuyzen, Mattias van de Vijver en Jip van den Dool. Na het succes van Een bebop verhaal over Chet Baker laten ze zich ditmaal inspireren door Charles Manson, een levende legende, levenslang opgesloten na een serie gruwelijke moorden in 1969. Een cultfiguur die nog altijd postzakken vol fanmail ontvangt. Wat fascineert ons zo aan het Kwaad? Lars Doberman belooft het uit te zoeken in een deconstructie van de figuur Manson. 

Charles Manson. Messias, volksmenner en moordenaar. Maar ook gemankeerd muzikant. In de ban van The Beatles. Hij meende in ‘Helter Skelter’, op het White Album, de aankondiging van een rassenoorlog te horen. Inspirerende materie die hem en zijn volgelingen, de ‘Family’, aanzetten tot hun zeven brute moorden. Waarvan Sharon Tate, de hoogzwangere vrouw van regisseur Roman Polanski, het bekendste slachtoffer was.

Lars Doberman laat The Beatles links liggen, zij zingen The Beach Boys als muzikale opmaat tot hun voorstelling. Waarom ook niet. De surfsound hoort bij Californië, waar Manson en zijn volgelingen huishielden. Loepzuiver klinkt ‘Our Prayer’. Doordat vormgever en cameraman Jochem van Laarhoven de beelden van de vier een authentieke jarenzestig-kleurzweem meegeeft, is het volop het tijdperk van love, peace and happiness dat hier aanbreekt.

Maar ook de tijd van Manson dus. Met de zuignap van een gootsteenontstopper worden gaande de voorstelling vloerdelen omgedraaid als bij een uitvergoot memoryspel. Zo ontstaat een tapijt van scènes uit het leven van Manson, van een jeugdfoto tot een afbeelding van hem als Christus. Op dat tapijt gunnen de acteurs zich weinig rust. De grote beweegbare panelen van het decor zijn het ene moment een huiskamer waarin de kleine Charlie wordt gekleineerd door zijn pleegvader en dan weer het decor van een bloederige moord. Met de tip om je mes altijd een kwartslag te draaien, want zo richt je de meeste schade aan bij het slachtoffer.

De vier leden van Lars Doberman vonden elkaar op de Toneelacademie Maastricht in hun liefde voor muziek. Die klinkt dan ook volop. Het muzikale idioom van de jaren zestig komt voorbij met ruige rock, softe jazz en zelfs nog een zingende Manson. Hij schreef zelf ‘Would you mind if I approach you’. Mattias van de Vijver zwijmelt in jurk weg bij het nummer maar ligt even later doodgestoken onder een wit laken, verleid en vermoord, pal op de politiefoto van de dode Sharon Tate.

Het is niet altijd even duidelijk waar de makers en regisseur Suze Millius met ons heen willen. Waarom bijvoorbeeld het publiek tot opstaan bewegen als je het daarna gewoon weer vraagt te gaan zitten? Een onderzoek naar charisma?

Het sterkste element vond ik het interview met Charles Manson, dat als een rode draad door de voorstelling loopt. Interviewers proberen tot Manson door te dringen maar hun concrete vragen – Hoe voelt u zich nu? Voelt u zich schuldig? Verlangt u naar vrijheid? – worden gepareerd of glijden van hem af. ‘Vrijheid zit in je hoofd. Het is een gedachte.’

De Lars Dobermannen wisselen daarbij voortdurend van rol. Het Kwaad zit niet in een individu, maar in een ieder van ons.

Foto: Ben van Duin