Van het verhaal van de ernstig misvormde Brit Joseph Merrick (1862-1890), beter bekend als The Elephant Man, bestonden al een succesvol toneelstuk van Bernard Pomerance en een veelgeprezen film van David Lynch. Nu is er ook een musical, gecomponeerd en geregisseerd door Frank Affolter en met een script van Lars Boom.

De historische Joseph Merrick leed aan zeer ernstige misvormingen en botvergroeiingen, die hem zijn bijnaam opleverden. Omdat hij nergens werk kon vinden ging hij als bezienswaardigheid in een freakshow van een circus werken, waar hij werd gepresenteerd als een zwakzinnig, monsterlijk wezen. In het circus werd hij ontdekt door dokter Frederick Treves, die hem uiteindelijk onderdak aanbood in een ziekenhuis en tot de ontdekking kwam dat Merrick allerminst zwakzinnig was, maar een welbespraakte, belezen jongeman. Zijn ziekenhuisrekeningen werden betaald door donateurs, die in ruil voor hun donaties exclusief bij de Elephant Man op bezoek mochten. Hieronder waren zelfs leden van de Engelse koninklijke familie. Merrick overleed liggend in bed, hetgeen hij door de ernst van zijn vergroeiingen niet kon doen zonder te stikken.

Aan het maken van een musical over Merrick kleven de nodige risico’s. Hoe vertel je immers binnen de conventies van het musicalgenre, met flitsende ensemblestukken en grote uithalen, het verhaal van een misvormde verschoppeling zonder dat het belachelijk wordt? Affolters oplossing is om zijn Elephant Man (Mathieu van den Berk) een spreekrol toe te bedelen, tot aan zijn sterfbed. En wanneer Van den Berk uiteindelijk zingt, is dat eerder een ingetogen slaapliedje dan een echt musicalnummer.

Van den Berk heeft overigens al genoeg uitdaging in zijn rol zonder te zingen. In de grime zijn de misvormingen vrij minimaal gehouden, waardoor het vooral uit Van den Berks fysieke spel moet komen: hij loopt met verdraaide armen en benen, zijn hoofd wat naar de zijkant geklemd, hij hijgt, hij gromt en spreekt met een behoorlijk spraakgebrek. Ook hier ligt het risico van overdrijving op de loer, maar Van den Berk lijkt precies te weten waar de grens tussen aangrijpend en overdreven ligt.

De muziek van de musical – live uitgevoerd door een elfkoppig orkest – heeft een zekere ‘swing’, met name wanneer Tom Norman (een heel knap spelende en zingende Jochem Feste Roozemond), directeur van de freakshow, en zijn ensemble van ‘freaks’ aan het zingen zijn. Dit zijn dan ook de muzikale passages die na afloop het meest blijven hangen, anders dan de wat meer emotioneel geladen nummers.

De cast is sterk, met een ontroerende Hanneke Engels als Merricks ‘love interest’ die geconflicteerd raakt over zijn gevoelens voor haar en dat met een indrukwekkende kopstem duidelijk invoelbaar maakt, en oude rot in het vak Lucie de Lange als Queen Victoria, die met een prachtige klassieke dictie haar gal spuwt over het morele verval in haar koninkrijk.

Affolter presenteert in zijn musical noch Tom Norman, noch dr. Treves (een imponerende Robbert Besselaar) als alleen maar slecht of goed. Hij diept de complexe motieven van beide mannen uit, die Merrick enerzijds gebruikten voor persoonlijk gewin, en anderzijds ook het beste met hem voor hadden. Soms dreigt het verhaal van de twee mannen in Merricks leven de aandacht wat af te leiden van het lot van Merrick zelf, maar het geeft het geheel wel de nodige diepgang en biedt een mooi contrast met de wat clichématige mierzoete scènes tussen Merrick en Cathrin.

Foto: Andy Doornhein