Ruim twee jaar  geleden zorgde De Warme Winkel voor een opgewekte kolderversie van De drie musketiers van Alexandre Dumas. Wat een feestje was dat in het Amsterdamse Bos bij de ondergaande zon. Als het zo lollig was als locatievoorstelling, dan moet het ook wel lollig zijn als speelfilm, dacht filmmaker Sam de Jong. Nee dus. Wat een vergissing.

De boerenzoon d’Artagnan (Tim Bogaerts) wil zich aansluiten bij de befaamde koninklijke garde, de musketiers, want ook zijn vader was zo’n vechtjas in dienst van de koning. Maar het befaamde trio Aramis, Athos en Porthos laat de nieuweling niet zo makkelijk toe. Ze treiteren hem vanaf zijn eerste dag in Parijs als hij stoer wil doen op zijn paard. Dat paard is eerst een fraai hinnikende, wilde jongeman, maar na een imposante paardensterfscène stapt d’Artagnan, net als in de theatervoorstelling, over op een motorfiets. Hij krijgt ook een behoorlijk tik als pestkop Porthos (Ward Weemhoff) zijn liefje martelt.

De drie ervaren rotten maken het de naïeve d’Artagnan wel erg moeilijk bij het initiatieritueel, dat verzonnen had kunnen worden door de studenten van het Groningse Vindicat. De drie musketiers assisteren elkaar bij het masturberen. Het is tenslotte één voor allen en allen voor één. Het resultaat wordt op een boterham gesmeerd en met z’n vieren opgepeuzeld. Die scène is in al zijn gorigheid eigenlijk best grappig, maar om nou vijf kwartier naar dit soort maffe ongein te kijken is dodelijk vermoeiend.

De film is in tien dagen opgenomen in de heuvels van Duitstalig België in en rond slot Eyneburg. Tien dagen, dat is goed te merken. In de theaterversie, in regie van Pieter Kramer, was nog een zeker idee te ontwaren, namelijk dat er veel te veel afleiding in het leven is, waardoor concentratie en aandacht onder druk komen te staan.

In de speelfilm gaat het een beetje over wie er nou de baas moet zijn in de koninklijke entourage, een musketier of misschien wel de koningin. Maar nee, een verhaaltje is eigenlijk nauwelijks te ontdekken. Een van de acteurs, die constant in en uit hun historische rol springen, roept dat de inhoud van Dumas minder belangrijk is dan artistieke anarchie. Ja, zo maak je het wel heel makkelijk voor jezelf. Anarchie is prachtig, maar toch wel iets anders dan ‘rommel maar wat aan’.

We kijken naar een vleugje Monty Python, een snufje baldadigheid uit de VPRO-hoogtijdagen met Fred Haché en Sjef van Oekel, een flardje matige circusact en een paar kilo domme, platte kroeghumor. Oh ja, ook nog geweldig actueel om de uil van Minerva er even bij te halen. Kom op zeg.

De camera gaat tekeer alsof hij wordt bediend door een bibberige bejaarde bij een homevideo. Daar zal ongetwijfeld een diepe, artistieke gedachte achter zitten, maar die klungeligheid is niet om aan te zien.

Te zien:  9 december, 22.30 uur op NPO 3. Foto: Kris Dewitte