In 2012 schreef de Theaterkrant over de verdeling van subsidies in Den Haag. De commissie adviseerde dat literair theater Branoul moest verdwijnen en honoreerde toneelgroep De Appel met lof en het complete aangevraagde bedrag. Zeven jaar later bestaat De Appel niet meer en wordt Branoul geleid door ex-Appelacteur Bob Schwarze. Zo snel kunnen de culturele vlaggen de andere kant op wapperen. Schwarze speelt in Branoul met Sijtze van der Meer De dienstlift, het tweede stuk van Harold Pinter.

Leven is een kwestie van wachten op dingen die soms wel en soms niet gebeuren. Geen wonder dat schrijvers die de absurditeit van het leven belichten een speciale band hebben met wachten. En vooral met wachten op basis van gebrekkige informatie, afhankelijk van een ongekende hogere autoriteit. Samuel Beckett liet Vladimir en Estragon wachten op Godot zonder dat ze wisten wie dat was. Bij Harold Pinter (1957) wachten de huurmoordenaars Gus en Ben in een kamer zonder ramen op de opdracht om iemand te vermoorden. Wanneer en van wie die opdracht komt, is onduidelijk. Ze weten alleen dat ze er klaar voor moeten zijn.

De dienstlift (The dumb waiter) is een vroege eenakter van Pinter met taal die tot de verbeelding spreekt, humor combineert met tragedie en twee rollen. Dat soort kamermuziek is heel geschikt voor het kleine podium van Branoul.

Ben (Sijtze van der Meer) ligt rustig de krant te lezen op zijn veldbed. Hij windt zich op over een meisje dat een kat heeft gedood, maar legt geen verband met zijn eigen werk. Gus (Bob Schwarze) drentelt nerveus in het rond. Hij heeft allerlei vragen bij de omstandigheden en maakt zich druk over secundaire arbeidsvoorwaarden. Ben lijkt te berusten in de toestand, maar het gepruttel van Gus gaat hem steeds meer op zijn zenuwen werken.

Het contact met buiten verloopt via de dienstlift. Die vraagt om bestellingen als twee steak frites, twee  pudding, twee thee zonder. Later worden de gerechten ingewikkelder, tot het verzonnen Griekse ormitha macarounada. Na lang wachten komt de opdracht door de spreekbuis naast de dienstlift.

Manon Barthels, al sinds 2005 actief voor Branoul, regisseert met veel eerbied voor Pinters stuk en ietsje minder voor de oude vertaling van Broes Hartman. Het begint met de voorgeschreven schoenenmime waarbij Gus platgedrukte pakjes sigaretten en lucifers in zijn schoenen vindt (hoe komen die daar??). Schwarze en Van der Meer acteren vakbekwaam, maar je verlangt soms naar iets onverwachts. De dienstlift is een degelijke, goed verzorgde productie, precies op schaal voor het intieme Branoul. Iedere stad zou zo’n theatertje moeten hebben.

Grafiek: Hans Swaep