Was hij de meedogenloze leider van ‘de mannen van de nacht’, een oorlogsmisdadiger met tienduizenden doden op zijn geweten of misschien toch een miskende held? En wat had Prins Bernhard er nu eigenlijk mee te maken?

Intrigerende vragen zijn het, die gesteld worden in DE CRUX, een coproductie van Stichting Swarte Kunst, Theater Na de Dam en Het Nationale Theater. Het is een theatrale lezing van een tekst van Nicoline Nagtzaam, in regie van Rieks Swarte, een zoektocht naar een antwoord op de vraag: wie was kapitein Raymond Westerling?

Het is uitdrukkelijk een eerste lezing, het begin van een theatervoorstelling waaraan verder gewerkt gaat worden, benadrukt Swarte. De speurtocht naar de waarheid achter de geschiedenis van Westerling – een van de meest bekende legeraanvoerders van de dekolonisatie-oorlog in Indonesië (1945-1949) – heeft de vorm van een fictief interview. De journaliste (Vera Ketelaars) wordt ontvangen bij Westerling (Dennis Rudge) thuis. Ze zitten tegenover elkaar aan tafel, karaf water en kopjes koffie binnen handbereik, het script voor hun neus.

Op de achtergrond zien we een groot beschilderd doek, geflankeerd door gestileerde boekenkasten, alles in zwart-wit-grijstinten, waarop een eenzame legerauto te zien is die door een tropisch woud rijdt (vormgeving: Rieks Swarte). Op een tafeltje opzij staat de fles whisky waarnaar Westerling meermalen in terzijdes zegt te snakken.

Ten tijde van het interview is hij al lang geen ‘oorlogsheld’ meer, maar in diskrediet geraakt als een van de grootste oorlogsmisdadigers uit de Nederlandse geschiedenis. Al in zijn monumentale (en omstreden) geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog komt Lou de Jong tot de conclusie dat er in het voormalige Nederlands-Indië sprake is geweest van systematische terreur, van foltering, verkrachting en plundering. Westerling, alias ‘De Turk’, heeft met zijn Korps Speciale Troepen met name op Celebes gruwelijk huisgehouden.

Waar of niet waar? Westerling verdedigt zich tegen de aantijgingen. Hij moest de kastanjes uit het vuur halen en wordt nu als kop van jut gezien. Hij wil genoegdoening. En die ‘rooie rakker’ Lou de Jong danst naar de pijpen van de politieke heren in Den Haag. In een vijftal episodes verandert de toon van het vraaggesprek van voorzichtig aftastend naar heftig beschuldigend. Steeds doet zij een stapje terug als hij vol gas gaat of andersom. Het is een pingpongspel van aftasten en toeslaan, van uitlokken en terugnemen.

In terzijdes wordt de kijker voortdurend betrokken bij dat spel: direct in de camera sprekend, komen we te weten wat zij echt denkt of wat hij echt voelt. Zo ontstaat er een dubbele laag van zien wat iemand zegt en intussen weten wat zij of hij echt bedoelt.

Dat komt de levendigheid en de dynamiek ten goede. Geestig zijn de observaties, zoals wanneer de journaliste vertelt dat ze vanuit haar ooghoeken heus wel heeft gezien dat Westerling – speciaal voor haar – een bordje heeft opgehangen met de tekst ‘Wat Westerling deed/ was niet wreed/ en ook niet barbaars/ standrecht tegen moordenaars’.

De rol van de journaliste komt (nog) niet helemaal uit de verf, al wordt gesuggereerd dat haar interesse in hem ook voortkomt uit persoonlijke motieven – ze zat met haar moeder in het jappenkamp. Haar rol doet denken aan de flamboyante Italiaanse journaliste Oriana Fallaci die wereldberoemd werd met haar interviews van ‘grote’ mannen die ze onthullende uitspraken ontlokte, maar zij blijft wat te veel op de achtergrond.

Een echt antwoord op de vraag ‘wie was kapitein Raymond Westerling?’ komt er niet, al is dat per definitie ook niet mogelijk. Hij is een intrigerend persoon wiens leven boeiende vragen oproept over de rol van het kwaad, een ‘bad guy’ zonder meer, die behoorlijk heeft bijgedragen aan zijn eigen mystificatie. Over de betrekkingen met Prins Bernhard wordt evenmin veel duidelijk, al noemt Westerling niet hem maar Koningin Wilhelmina als de instigator van het kwaad, als degene die ‘ons Nederlands-Indië koste wat kost wilde behouden’. Spijt komt in zijn vocabulaire hoe dan ook niet voor. Hij ziet zichzelf als een Ratoe Adil, Javaans voor Rechtvaardige Vorst. Na zijn loopbaan in het leger werkt hij als tweedehands boekhandelaar en ambieert hij een rol als operazanger. Zijn rol in Puccini’s Tosca brengt hem al evenmin erkenning als zijn rol als Ratoe Adil.

Foto: Tim van Weldam