‘We moeten Westerling niet te belangrijk maken. Als hij er niet was geweest, zou er wel een andere soldaat met de gewenste mentaliteit naar voren zijn geschoven. Er is maar één schuldige. De werkelijke verantwoordelijkheid voor de oorlogsmisdaden in Nederlands-Indië ligt bij de Nederlandse overheid, die wilde dat de schatkist lekker vol bleef.’ In het openbare gesprek met Marion Bloem na de voorstelling De crux, een fictief interview met kapitein Raymond Westerling is het absoluut niet de bedoeling van de schrijfster met Indische achtergrond om de wandaden van kapitein Westerling te relativeren.

Als bij haar thuis de naam van Westerling dreigde te vallen in een discussie, liep ze meteen weg. De walging was te groot en het was duidelijk in het gesprek dat die periode in de vaderlandse geschiedenis haar nog steeds beknelt. Zeker omdat haar vader in die tijd ook in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) als fuselier (schutter) diende. Over haar vader schreef Bloem het boek Vervlochten grenzen. Toch zei ze zeer genoten te hebben van het fictieve interview van een vrouwelijke journalist met Westerling voor een linkse krant, omdat de beweegredenen van beide personages mooi in evenwicht waren.

Het is november 1987. Lou de Jong, de nationale geschiedschrijver over de Tweede Wereldoorlog heeft in deel twaalf van zijn levenswerk de knuppel in het hoenderhok gegooid. Hij schrijft over oorlogsmisdaden begaan door het Nederlandse leger in Indonesië, nadat Soekarno de onafhankelijkheid heeft uitgeroepen. De Jong noemt voorbeelden van systematische terreur, moord en massamoord, foltering, verkrachting en plundering. De Jong schrijft vooral uitvoerig over de gruweldaden van kapitein Raymond Westerling en zijn Korps Speciale Troepen op het eiland Celebes tijdens de politionele acties, die tot doel hadden de ‘terroristen’ van de onafhankelijkheidsbeweging van Indonesië uit te schakelen.

Westerling is zeer ontdaan en vindt dat niet alleen hem als loyaal militair onrecht wordt aangedaan, maar ook de mannen die onder hem hebben gediend. Hij is vast van plan om zich tegen de aantijgingen van De Jong, die overigens niet nieuw zijn, te verweren. Dat zal niet meer gebeuren, want op 26 november 1987 krijgt Westerling een acute hartstilstand. Zijn begrafenis wordt één grote protestmanifestatie tegen Lou de Jong.

Toneelschrijvers Nicoline Nagtzaam en Rieks Swarte hebben enigszins met de data geschoven, zodat Westerling nog leeft als hij bezoek krijgt van de journalist, die als kind in het Jappenkamp heeft gezeten. Het liefst had zij Lou de Jong geïnterviewd, maar die doet niet aan interviews, dus dan maar Westerling. Het zal een gevecht op het scherp van de snede worden, want de twee zijn tot de tanden bewapend.

In de proloog zien we hoe de journalist, gespeeld door Vera Ketelaars, zich heeft voorbereid. Op grote vellen papier, die zij op de vloer heeft uitgespreid, heeft zij in steekwoorden alle facetten van ‘de kwestie Westerling’ thematisch verdeeld, zoals verschillende vormen van geweld en reacties van de politiek. Daarbij probeert zij de hoofdvraag beantwoord te krijgen: wie is in het oog van de geschiedenis de dader?

Deze monoloog van Ketelaars is indrukwekkend, omdat je de gedrevenheid ziet om haar tegenstander straks op de knieën te krijgen. Dat zal nog heel lastig worden, want zij zal ervaren dat Westerling ‘labyrint is waar alleen hij de weg weet.’ De toeschouwer wordt door deze inleiding goed voorbereid op het verbale gevecht dat zal komen. Maar dat valt dan helaas wat tegen. Het interview met Westerling (Dennis Rudge) is namelijk op video en wordt op een groot scherm afgespeeld. Daardoor is er al direct een afstand waar je niet op zit te wachten. Die afstand wordt nog versterkt door het feit dat de twee spelers hun tekst van papier oplezen, waardoor je het idee krijgt naar een repetitie te zitten kijken. De crux werd in 2021 speciaal gemaakt voor Theater Na de Dam. Door de coronamaatregelen werd de voorstelling toen als video gestreamd. Dat was overmacht, maar het is jammer dat men, nu het niet meer nodig is, voor deze afstandelijke vorm heeft gekozen.

Alleen als Westerling, die voor elke aanval als goed militair wel een verdedigingslijn heeft opgetrokken, heel minutieus vertelt hoe hij te werk ging  in de dorpen, waar de ‘terroristen’ zich schuil hielen, word je het verhaal meedogenloos binnengezogen. De camera heeft hem dan in beklemmende close-up. Ook bij de toeschouwer die de film De Oost uit 2020 van Jim Taihutu niet heeft gezien, waarin deze hardvochtige executie-operatie wordt getoond, komen deze gruwelen snoeihard aan.

Westerling beschrijft zijn methode alsof het een kille wetenschap betreft. Nietsontziend en zeer effectief. En dan besef je dat Marion Bloem gelijk heeft. Het heeft geen zin om Westerling (in 1919 in Istanbul geboren met een Nederlandse handelaar in antiek als vader en een Griekse moeder) De Turk te noemen in de hoop zijn gedrag als agressief-Oosters weg te zetten. Dat is een rare vorm van schuld afschuiven. Nee, dit gedrag zit in elke militair die zijn vak als kille wetenschap ziet om een doel te bereiken dat door politici wordt gesteld, die zelf hun handen nooit vuil zullen maken. Die politici blijven eigenlijk altijd buiten schot.