Daar zitten we dan. Lekker warm, van achter glas en met een koptelefoon op naar buiten te kijken. Naar de wereld buiten onze comfortzone. PS Theater, het stadsgezelschap van Leiden, laat ons in De bubbel twaalf inwoners van de stad zien die elkaar overdag zelden of nooit zouden ontmoeten.

Het levert een ontroerende voorstelling op. Met hier en daar een cliché of karikatuur, maar ach, wat dondert het. Het effect is er niet minder om. Regisseur Pepijn Smit maakt gewoon een steengoede voorstelling waarin hij je niet vertelt dat je je blik moet kantelen, maar hij die blik voor je kantelt.

PS Theater dompelt zich voor het maken van een voorstelling eerst onder in de stad. Uit de verhalen die de acteurs daar opdoen, maken ze dan een voorstelling: met veel aandacht voor de gewone mens. Soms zijn de personages karikaturaal, maar je sluit ze allemaal in je hart. En dat getuigt op zichzelf al van knappe vertelkunst. In De bubbel zien we bijvoorbeeld de Leidenaar Gerard, uiteraard met ‘rollende r’, die de stad van haver tot gort kent en voor wie het leven altijd voorspelbaar was. Hij heeft nu al vijfendertig jaar de zaak en elke dag om tien uur komt Hans effe ‘n bakkie doen. Maar het leven is niet langer voorspelbaar en dat maakt hem nerveus.

Naast Gerard hebben we uiteraard de Leidse corpsbal, de manische dakloze die soms rake dingen zegt, de Syriër én zijn babbelzieke moeder, de kraker die meent dat alle muren tussen mensen met geweld doorbroken moeten worden, de Leidse vrouw in roze op een scooter (die zie je veel in Leiden), de keurige politica die heimelijk droomt van een huis in IJsland, een tienermoeder, een verdwaalde bruid, en een man op een bankje die zijn overleden vrouw gewoon heel erg mist.

Het zijn mensen die we in het dagelijks leven duidelijk in hokjes opdelen. Maar De bubbel zoekt niet naar wat hen verschillend maakt, maar wat ze gemeen hebben. We krijgen een blik in de levens van deze mensen. En zeker, ze zitten nog steeds in hetzelfde hokje, maar ze verrassen je wel. Erg ontroerend is de scène waarin de Syrische jongen en zijn moeder samen het oude songfestivallied ‘Ik hou van jou’ van Maribelle aanvangen. Ze genieten zichtbaar van het samen zingen. Dat doen muziek en theater nu eenmaal: die weten te verbinden als ons gewone stervelingen dat soms niet zelf lukt.

Een andere scène die ontroert is die waarin twee Leidenaren een kort moment op het bankje delen en hun eenzaamheid aan elkaar opbiechten. Een treffende scène is die waarin de politica, Gerard en het krakersmeisje samen de vluchtelingencrisis bediscussiëren. De Syrische jongen staat ernaast en wil simpelweg iets vragen, maar krijgt daartoe niet de kans: ‘Even stil nou, ik ben hier voor jouw belangen aan het opkomen!’

Het decor is met aandacht opgebouwd. Het podium is buiten, als publiek zitten we in een warme tent op het Lammermarktplein. Via een koptelefoon horen we de muziek en stemmen kraakhelder. Het contrast tussen binnen en buiten levert je als toeschouwer gêne op: waarom ben ik daar niet buiten mensen aan het ontmoeten? De rij verticale tl-balken die de bühne buiten verlichten, lijken afzonderlijke individuen te verbeelden, waartussen nog geen verbindende lijnen zijn getrokken. Alsof de regisseur wil zeggen: buiten je bubbel treden is niet zo moeilijk. Zie het als een simpel spelletje: connect the dots.

De muziek wordt live gespeeld in een soort klein commentatorhok aan de zijkant van het speelveld. Het hokje is wat onopvallend weggewerkt, waardoor de verrassing des te groter is wanneer je die saxofoon ineens live ziet worden bespeeld. In de soundscape weerklinkt de eenzaamheid van de nacht.

PS Theater geeft blijk van een diep respect voor de personages. Er gaat een genade uit van deze voorstelling. Het is niet perfect, je vraagt je tot drie keer toe wat die bruid in vredesnaam in de voorstelling doet en je ziet de clichématige kus tussen de Syriër en de tienermoeder met lede ogen aan, maar aan het einde van de avond telt dat niet meer. Dan wil je alleen nog maar uit je bubbel breken.

Foto: Ben van Duin


Extra: Bubbel-diner

Als bezoeker kun je ervoor kiezen om de avond om 18:00 uur al te beginnen met een bubbeldiner. Bij binnenkomst word je dan met zachte hand van je eventuele partner gescheiden en bij je nieuwe disgenoot aan tafel geplaceerd. Met behulp van nieuwsgierige theezakjesvragen en het fotospelletje ‘Wie zit er in mijn bubbel’ leren twee vreemden elkaar in drie gangen kennen. Mijn vriendin bleek te hebben getafeld met een man die zichzelf omschrijft als ‘behoorlijk kerkelijk’. Ze stelde hem daarop de bubbeldoorprikkende vraag: ‘En hoe vindt u het dan, dat ik met een vrouw samenwoon?’ ‘Onbelangrijk’, antwoordde hij. ‘Veel belangrijker vind ik het dat je in het leven je optimale zelf wordt.’

Ik blijk naast zijn vrouw te hebben gezeten. Het stel werkt momenteel vrijwillig vijftig à zestig uur in het buurtcentrum in hun dorp. ‘Daar lopen elke dag yoga-cursisten, vluchtelingen, taalstudenten en allerlei ander spul door elkaar. Wij dompelen ons iedere dag actief in andere bubbels onder. Zo zien wij de plek van de kerk, middenin de samenleving.’

De spelletjes aan tafel en de begeleiding door medewerkers van PS Theater zijn nuttige hulpstukken bij zo’n eerste ontmoeting. Actief de ander ontmoeten is namelijk niet eenvoudig, je hebt gewoon een klein duwtje in de rug nodig. En daarna loopt het vanzelf.