‘Weg smart. Terug naar start. ’t Is geen spel. Of misschien toch wel.’ Zo kondigt parlando de gravin uit Le Nozze deze voorstelling aan. Nostalgisch gaat ze naar de tijd toen ze de jonge frisse Rosina was uit De Barbier van Sevilla, en de jonge graaf allerlei verkleedpartijen en sluikse handelingen nodig had om haar te pakken te krijgen. Dat waren nog eens tijden, toen liefde met briefjes en pruiken veroverd moest worden. Deschonecompanie maakt van deze proloog op Le Nozze iets heel vrolijks en ‘schoons’.

Deschonecompanie van Tom Goossens en Wouter Deltour wil opera op mensenmaat maken, en met De barbier slagen beide artiesten daarin cum laude. Theater en opera gaan samen in een muzikale komedie in een hoog tempo, met mooi gezang en flitsend spel, in een eenvoudig ogende setting van een piano, een kist vol verkleedkleren en een lange buffetkast die ingenieus tot een toren kan worden opgericht.

Op de achtergrond hangen vier uniformen aan een rek, dat later nog verrassend naar voren zal komen. In de toren zal Rosina opgesloten worden door haar voogd dokter Bartolo, die haar per se – vooral om haar centen – wil trouwen. Ze zal eruit worden bevrijd met allerlei listige muzikale plannen door haar fladderende Cherubino.

Tom Goossens brengt twee verhalen van Pierre Beaumarchais samen: Le Barbier de Seville (1775) en Le mariage de Figaro (1778). Dat laatste boek wordt in 1786 een opera van Da Ponte en Mozart en nog eens twintig jaar later componeerde Gioachno Rossini zijn Il barbiere di Siviglia op basis van Beaumarchais’ eerste boek. Tom Goossens en Wouter Deltour bewerkten beide wereldberoemde opera’s naar een kleinere setting maar met een even grote uitstraling. De compagnie speelt de beide stukken, en op festivals kan dat op één dag. Ik heb in augustus op het Momenten-festival in Tongeren (B) ’s avonds in de open lucht Le Nozze kunnen bewonderen. De middagvoorstelling van De Barbier was afgelast vanwege de hitte. Nu, hartje winter, heb ik eindelijk de zaalversie kunnen zien.

In beide voorstellingen spelen en zingen Ineke Nijssen en Jef Hellemans de personages. In Le Nozze staat Nijssen er als een krachtig monument, niet van haar voetstuk te krijgen, en rond haar dartelt, springt en kirt de jonge Hellemans. Het spel van Hellemans, die ik een paar weken eerder in Pinokkio van Johan Baecke had zien schitteren, noopte mij er toe om hem in de critici-enquête van het vorig jaar verschenen Theaterjaarboek uit te roepen tot de ‘meest veelbelovende nieuwkomer’. Hij beweegt mimisch en fysiek schitterend, hij beheerst de kunst van het zeggen perfect, zingt ook nog eens goed en weet alleen al door zijn guitig ogenspel de toeschouwer in te palmen.

Ook in De barbier doet hij dat, met als krachtige medespeler en rots in de theaterbranding Ineke Nijssen. Beiden tuimelen en buitelen in de teksten van Tom Goossens. Ze laveren behendig over de tongbrekers, weten zich recht te houden in de vaak bizarre en bevreemdende woordsamenstellingen en neologismen, krijgen de knittelverzen en de zinnen in allerlei stijlfiguren van hyperbolen over litotessen tot zeugma’s perfect verstaanbaar over hun lippen. De teksten zitten vol woordgrappen, zoals deze uit het begin: ‘Overpeinzingen en over pijn zingen…’

Het is vaak lachen geblazen, maar je kunt dat niet hardop en lang, want anders mis je de volgende woordspeling. De spelers geven commentaar op elkaar, de muziek en het verhaal. Het tempo ligt hoog, gelukkig zorgen de gezangen voor een frisse rust en is het genieten. De jonge Rosina van Ineke Nijssen wordt snel overgenomen door de Japanse operazangeres Sawako Kayaki, die eerst naast de piano en daarna vanuit haar torentje de ene na de andere aria ten beste geeft. Wouter Deltour speelt af en toe een rolletje, maar zit vooral achter de piano. Hij heeft de uitgebreide operamuziek herleid tot even virtuoze pianoklanken. Naar het einde komen er dan nog wat andere piepjes aan te pas.

In De barbier tuimelen klanknoten en woorden vlot over en door elkaar heen, zonder te struikelen, en oh zo grappig en mooi. Deze productie van de bijzondere compagnie is wederom een pareltje van een spectaculaire opera in het klein. Bravo!

Foto: Raymond Mallentjer

Credits

Originele tekst: Pierre Beaumarchais Originele muziek: Gioachino Rossini ‍Concept, tekstbewerking en regie: Tom Goossens Muzikale leiding, piano en arrangementen: Wouter Deltour Spel en zang: Ine Nijssen, Jef Hellemans, Sawako Kayaki Dramaturgie: Lalina Goddard, Carine van Bruggen Kostumering: Marij De Brabandere Lichtontwerp en techniek: Luc Schaltin Techniek: Janneke Donkersloot Scenografisch advies: Geert Vanoorlé Productieleiding: Laura Arens Productie: DESCHONECOMPANIE, Muziektheater Transparant Coproductie: Perpodium Uitvoering Decor: Opera Ballet Vlaanderen Met de steun van de Vlaamse Gemeenschap, de Taxshelter van de Belgische Federale Overheid via Cronos Invest Foto’s: Raymond Mallentjer.