In De Bananengeneratie schetst theatermaker Char Li Chung een even vermakelijk als urgent portret van Aziatische Nederlanders en de vooroordelen waar zij ook in 2022 nog mee geconfronteerd worden.  

Een ‘modelminderheid’, zo werden de Chinese immigranten in ons land bestempeld. Ze pasten zich immers moeiteloos aan in Nederland, werden niet meteen boos om in de kern zeer racistische grappen én verrijkten de Nederlandse keuken. Die mythe wordt hard onderuit gehaald in De Bananengeneratie van Theater Oostpool, gebaseerd op het gelijknamige boek van Pete Wu. Wu werd door zijn moeder een ‘banaan’ genoemd: geel van buiten, maar wit van binnen. Het uiterlijk van een Aziaat, maar in gedrag helemaal verwesterd.

Hoe dun het laagje tolerantievernis is, bleek overduidelijk tijdens de uitbraak van het coronavirus, waarbij meteen met beschuldigende vingers gewezen werd naar zowat iedereen die in de ogen van westerlingen ook maar een beetje op een Chinees leek. Ook de vele grappen die over wie dan ook met een Chinees uiterlijk werden gemaakt zijn niet zo onschuldig, evenals de clichéopvattingen over de seksualiteit van Chinese mannen en vrouwen, zo maken de spelers onomwonden duidelijk.

Regisseur Char Li Chung, zelf met Chinese en Italiaanse wortels, maakte voor Theater Oostpool een speelse bewerking van Wu’s boek, waarbij de verschillende scènes ingeleid worden door het geluid van de gong waarna een nieuwe hoofdstuktitel wordt geprojecteerd. De voorstelling heeft buitengewoon veel snelheid, niet in de laatste plaats door het energieke spel van de hele cast. Zelfs een op voorhand niet zo spannende opsomming van cijfertjes wordt met behulp van een grote zak rijst zeer vermakelijk. Het boek van Wu wordt aangevuld met de persoonlijke verhalen van de spelers, compleet met oude familiefoto’s. Het decor is bewust zeer eenvoudig gehouden, waardoor alle aandacht naar de verhalen gaat.

Bewust wordt bij dit alles met grote regelmaat gespeeld met allerhande clichés, zonder louter in goedkoop effectbejag te vervallen. De voorstelling eindigt met een fikse knipoog uit de Nederlandse musicalklassieker ‘Alles kan’, een even luchtig als vrolijk slot van een voorstelling die je na afloop meteen nog een keer wil ondergaan.

Foto: Bas de Brouwer