Met De affaires produceert Likeminds een avond met drie theaterteksten waarin institutioneel racisme centraal staat. In twee theatrale lezingen en een première wordt gereflecteerd op de evacuaties uit Afghanistan in 2021, islamofobie in de politiek, en de gedupeerden van de Toeslagenaffaire.

In Kapotte vleugels, geschreven door Shabnam Baqhiri en geregisseerd door Erasmus Mackenna, zien we een Afghaanse moeder en zoon (Nazmiye Oral en Ziggy Knel), in de directe nasleep van Taliban-overname in augustus 2021. Het is onveilig op straat. Er staan Nederlandse vliegtuigen klaar om hen mee te nemen. Moeten ze gaan? Hoe dan? Moeten ze wel willen gaan? Ze maken zich klaar om te vertrekken, ze gaan niet, ze wachten, ze praten. Op de achtergrond wordt de dreiging van oorlog en naderend onheil steeds groter. Het gespannen gebekvecht tussen moeder en zoon wordt onderbroken door de verstilde monologen van een Taliban-strijder (Yassine El Ouardi), op weg naar zijn volgende doelwit. Hij probeert zichzelf, en uiteindelijk zijn doelwit, uit te leggen waarom zijn manier de enige juiste is, maar van verzoeningen of oplossingen is geen sprake.

Kapotte vleugels destilleert uit een afschuwelijke oorlog een gesprek tussen drie personages, waarbij elk personage de ruimte krijgt een ander subthema aan te stippen. De Taliban-strijder filosofeert met zichzelf over zijn verhouding tot god, wat heldendom is en waarom hij de keuzes maakt die hij maakt. De moeder geeft toe dat zij niet van plan is te vluchten, dat ze een verantwoordelijkheid voelt naar alle andere moeders en vrouwen die ook niet weg kunnen, en dat als ze de vleugels van haar zoon kon breken om hem bij zich te houden uit moederliefde, ze dat zou doen. De zoon tot slot probeert te vertrekken, probeert zijn moeder over te halen, en reflecteert op Nederland en de kansen die dat land biedt.

De tekst is rijk aan thematieken, zonder de concrete situatie uit het oog te verliezen. Baqhiri weet een reeks aan prangende vragen te stellen, gezien door de ogen van drie mensen in extreem benauwde omstandigheden.

Waar Kapotte vleugels stilletjes en grimmig is, neemt Vera Morina met haar tekst De Grijze Campagne een andere route. Deze tekst, uitgevoerd door Nazanin Taheri, Paul R. Kooij en Selin Akkulak, is bijtend en tongue-in-cheek op het satirische af. De Grijze Campagne is gebaseerd op het onterechte strafontslag van Saadia Ait-Taleb. Een ambtenaar met een moslimachtergrond wordt door de gemeente, met de burgemeester aan kop, vals beschuldigd van valse geschriften.

De tekst springt door de tijd, waarbij de acteurs dubbelrollen aannemen om alle personages voorbij te laten komen. De tekst is filmisch en zet soms een magisch-realistisch knipoogje in om het verhaal in beweging te houden – zoals de nachtmerries die hoofdpersoon Safia heeft, waarin haar familieleden transformeren in collega’s en weer terug. De acteurs (in regie van Casper Vandeputte) kunnen dan ook lekker schmieren, waar de tekst ook nog eens heerlijk op inspeelt met verwijzingen naar media, popcultuur en BN’ers (het geliefde actualiteitenprogramma Het heelal staat stil, iemand?).

De Grijze Campagne heeft naast humor ook een fiks aantal tikken uit te delen. De media en de gemeente komen er niet genadig van af. De tekst is een satirische aanklacht tegen alle betrokkenen bij het ontslag rondom Saadia Ait-Taleb en windt daar geen doekjes om. De lezing van de tekst maakt dan ook vooral nieuwsgierig naar een uitgewerkte theater- en filmversie.

Maar de kroon van de avond wordt toch wel echt gespannen door Vecht, een monoloog van Maxine Palit de Jongh, gespeeld door Nadia Amin. In deze première (in een regie van Zephyr Brüggen) volgen we Zafirah. Zafirah wordt getroffen door de Toeslagenaffaire. Brief na brief keilt op de deurmat en beetje bij beetje raakt ze alles kwijt – tot haar kinderen aan toe.

Wat een tekst, wat een performance! De ontwikkeling van Zafirah van zorgeloze moeder tot een schim van zichzelf neemt bijna de vorm aan van een Grieke tragedie. Ook al wordt de Toeslagenaffaire nergens bij naam genoemd, iedereen weet wat de context is, en iedereen weet welke vergaande verwoestingen Zafirah te wachten staan. Desalniettemin word je volledig meegezogen in het verhaal, en wordt je verontwaardiging (opnieuw) aangewakkerd. Ze heeft niets misdaan, en alles wordt haar ontnomen.

Net zoals De Grijze Campagne is Vecht genadeloos in het tonen van de effecten die institutioneel racisme hebben gehad op de individuen in deze systemen. De focus van Vecht ligt vooral op die effecten: haar fysieke klachten, de angst voor de deurbel, het charteren van eten of douchegelegenheid, de oververmoeidheid en ondervoeding. Helpend hierin is de scenografie: een hangend zeil in de ruwe vorm van een huisje, dat mettertijd steeds meer inzakt. Wanneer de kinderen uit huis worden geplaatst, trekt moeder het zeil los en sleurt het in wanhoop tegen de grond. De symboliek is eenvoudig maar helder, en is daarin dienend aan de tekst.

Nadia Amin speelt met verve. Van energiek en krachtig verandert ze steeds meer in radeloos en angstig, om zichzelf uiteindelijk ‘terug te vinden tussen het stof en de plinten’. Hartverscheurend is de scène waarin ze haar dochter uitkaffert wanneer die per ongeluk haar winterjas heeft stukgemaakt. Er is geen geld voor een nieuwe jas. Het water staat haar aan de lippen en we begrijpen precies waar deze snauwen vandaan komen. De afbrokkelende relatie tussen moeder en kind is dan ook de meest stekende ontwikkeling in Vecht, tot en met de klap aan het einde van deze jarenlange rit: dochter heeft haar achternaam veranderd en ze weten niet meer hoe ze elkaar moeten omhelzen.

Het is verfrissend om drie actuele, maatschappelijk urgente theaterstukken te zien. Likeminds zet hiermee een fijne spotlight op een nieuwe generatie schrijvers die geen blad voor de mond nemen.

Foto Vecht: Jean van Lingen