Een kasteel is het zeker niet. Eerder een toneelgarage, behangen met voorstellingsposters en pluche gordijnen. De eigen ruimte waarin Theater Mooi Weer Christopher Hamptons toneelstuk Dangerous Liaisons (1985) speelt is een grappig huiskamertheater in de Rotterdamse wijk Delfshaven. Na een gezamenlijke maaltijd neemt het publiek plaats op een tribune van salonstoeltjes.

In de hoek, pal voor ieders neus, spelen vijf acteurs alle vileine verhoudingen uit. Ze maken daarbij fantastisch gebruik van twee overactieve draaideuren. Als in een mallemolen van lust en manipulatie schieten ze van de ene helft – de adellijke woonkamer van La Marquise de Merteuil – naar de andere, waar Le Vicomte de Valmont met zijn verleidingskunsten zijn slachtoffers maakt.

Zo ontrolt zich in deze handzame toneelsetting een vrolijke, frisse en bijna opverende versie van het verdorven spel uit die beruchte brievenroman (1782) van Pierre Choderlos de Laclos, waarop Hamton zijn toneelstuk baseerde, dat weer aan de basis lag van de beroemde film uit 1988 met Glenn Close en John Malkovich in de hoofdrollen. Het blijft ook anno 2023 intrigerend om te zien hoe twee voormalige minnaars – bijna gelijkwaardig in hun immoreel gedrag – elkaar in een door lust gedreven weddenschap uiteindelijk toch schaakmat zetten. Of is het de onvoorspelbare kracht van de liefde die hen uiteindelijk toch een voet dwars zet?

De jongste en onschuldigst lijkende van de vijf personages, gekleed in een witte minijurk, brengt bij aanvang een schaakbord op. Zij, Cécile de Volanges, is de eerste speelbal in handen van de markiezin en de burggraaf; om het drama in gang te zetten plaatst zij de eerste zet met twee zilverkleurige stukken. In plaats van zwijgend het klooster in te gaan, na slachtoffer te zijn van Valmonts wellust, overwint zij haar schande door haar mond open te doen, ‘in dienst van de moraal’. Daarmee sluit deze Dangerous Liaisons lichtjes aan bij #MeToo-beweging om vooral melding te doen van grensoverschrijdend gedrag, door ‘de middelen te onthullen die slechte mensen gebruiken om goede mensen mee te compromitteren’.

Zo rollen we het heerlijk uitgespeelde machtsspel in tussen de manipulatieve markiezin en ijdele graaf. Mendel van der Ploeg maakt met lebberende tong een glibberig geil heerschap van Valmont, die vooral heel blij is met zichzelf. Hij waant zich onoverwinnelijk en geniet van iedere nieuw bedachte zet in het schaakspel. Hij denkt bovendien onbevattelijk te zijn voor het virus van de liefde. Totdat ook hij moet erkennen dat een verliefdheid, op de getrouwde Madame de Tourvel, hem in haar greep krijgt. Tot afschuw van de markiezin: ‘Liefde is iets dat je gebruikt, niet iets waarin je verzeild raakt’, bitst Marit Hooijschuur hem vernederend toe in haar overtuigende rol als machtige Merteuil. Het schaakstuk van de koningin brandt dan al als wapen in haar handen. Hooijschuur, fraai gekostumeerd in blauw, heeft in alles de touwtjes in handen, zowel in het toneel- als in het schaakspel.

Julia Diepstraten als Cécile en Annelotte van Aarst als Tourvel hebben dan wel minder tekst, maar weten met hun slaapkamerogen minstens zo veelzeggend te acteren. Soms smachten ze naar een verboden tongzoen en meer, soms tranen ze van verdriet en vernedering. Olcay Erbek maakt van zijn kleine rol als ridder Danceny een vermakelijk speeltuig in handen van de twee wellustelingen. En zo maken de vijf goed op elkaar ingespeelde acteurs een fraaie vertolking van deze rake regie van Eva Lemaire. Tot ze allemaal totaal ‘doordraaien’ in de fel oplichtende carrousel van dit duivelse spel.

Foto: Maarten Laupman