Regisseur Liliane Brakema weet hoe je een voorstelling visueel krachtig neerzet. Dat bewees ze eerder met het indrukwekkende Oom Wanja bij NITE en het dystopische Isotopia. Met haar eigen gezelschap &Brakema Producties presenteert ze nu Dadaland: een sciencefictionvoorstelling waarin technologie langzaam de controle over het leven van twee jonge geliefden overneemt.

Op papier is het uitgangspunt ijzersterk: Alize en Martin willen hun huurhuis kopen, maar kunnen dat alleen als ze toestaan dat digitale apparaten hen tot in de slaapkamer volgen. Centraal daarin staat Barri, een Smart Bed dat hun gezondheid meet, hun gesprekken beoordeelt en uiteindelijk hun autonomie en menselijkheid wegsloopt. De parallellen met onze datahongerige samenleving liggen voor het oprapen — en worden zelfs expliciet benoemd in de tekst (van Jibbe Willems en Liliane Brakema). Toch blijft de voorstelling steken in conceptuele holheid.

Wat Dadaland overeind houdt, zijn de dansante, fysiek uitgewerkte scènes. Acteur Joost Bolt maakt vooral indruk met zijn choreografie van repetitieve bewegingen — koffie inschenken, over het bed rollen, gewichten heffen — waarmee hij zijn personage afsluit van de wereld na de miskraam van zijn vriendin. Terwijl Alize (Sophie van Winden) rouwt, trekt Martin zich terug in een strak herhaalde, mechanische routine.

Het is een schrijnend en krachtig moment, waarin de afstand tussen de geliefden voelbaar wordt zonder dat daar woorden voor nodig zijn. Ook de liefdesscènes aan het begin van de voorstelling — een subtiel spel van uitdagen en verleiden — tonen hoe trefzeker Brakema en haar spelers fysieke intimiteit weten te verbeelden. Daar is het zelfs even sexy.

Maar zodra de voorstelling tweederde is gevorderd, ontspoort Dadaland. De acteurs beginnen hun zinnen te verhaspelen, eerst letters verwisselend, daarna woorden en ten slotte complete zinswendingen die nergens meer op slaan. Volgens Brakema een metafoor voor het mentale uitvallen bij een burn-out — zoals ze in een interview toelichtte.

Helaas blijft deze theatrale vondst in de uitvoering eerder irritant dan indringend. Het voelt geforceerd en zwaar aangezet, alsof het publiek koste wat kost moet worden geconfronteerd met de totale mentale desintegratie van de personages. In plaats van mee te leven, raak je je aandacht kwijt. De voorstelling wordt op dat moment vrijwel onnavolgbaar en domweg vermoeiend.

Opmerkelijk is de gelijkenis met de Duitse Netflix-serie Cassandra, waarin een robotachtige huishoudhulp de controle over een gezin overneemt. Waar Cassandra beter met satire en psychologische diepgang speelt, blijft Dadaland steken in platgetreden dystopische clichés. Zelfs een scène waarin Bolt boven Van Winden hangt en stootbewegingen maakt, werkt eerder ongemakkelijk dan betekenisvol.

Hoewel Brakema’s fascinatie voor de vraag ‘hoe word je bewoner van je lichaam en huis in een digitale wereld?’ oprecht lijkt, blijft Dadaland hangen in slogans en vormtrucs. Het lijfelijk lijden, de angst om controle te verliezen en het zoeken naar een thuis krijgen nauwelijks ademruimte tussen de conceptuele uitweidingen en gekunstelde taalexperimenten. Het is een voorstelling die vooral doet denken: zonde. Want onder die dystopische laag ligt ongetwijfeld een veel beter, menselijker verhaal verscholen.

Foto’s: Sanne Peper