De lucht lijkt elektrisch geladen op deze eerste avond van het Over het IJ Festival in Amsterdam. Langzaam zakt de zon boven de skyline van de stad. Onder de stalen constructie van een voormalige hijskraan staan twee dansers zij aan zij. Het zijn de Filipijnse Wennah Wilkers (tevens choreograaf) en Ruben Chi. Beiden worden gechaperonneerd door Matt Benyayer (Darksky) achter de geluidstafel.

‘Cypher’ staat vanuit de (underground) danscommunity voor een cirkel van dansers waarin verbinding en uitwisseling centraal staan. Een veilige plek waar dansers zich onbegrensd kunnen uiten en bewegen. Een half uur lang dagen Wilkers en Chi elkaar uit binnen deze ruimte. De blikuitwisselingen zijn extatisch, hun voeten en handen, benen en armen van elastiek. Geen moment verliest het duo elkaar uit het oog. Je zou het flowen kunnen noemen. In de literatuur: de balans vinden tussen rijm en ritme. In straattaal: iemand versieren.

Freestyle en improvisatie vermengen zich, en worden afgewisseld met nauwkeurig op elkaar ingespeelde choreografieën. Chi’s handen draaien in kolkende wasmachinecirkels, gaan over in hoekige armen als richtingaanwijzers, zijn lijf golft als de zee die zich terugtrekt; eb vanuit zijn heupen, via zijn romp, dan verder omhoog. Wilkers beweegt in slow motion, op haar tenen zet ze uitgebalanceerde stapjes.

De choreografie is uitdagend en speels. Zigzaggend beweegt het duo zich over een imaginaire hinkelbaan, springt van 1, naar 2, naar 3, belandt ineens op de 7. Even later cirkelen ze voorhoofd aan voorhoofd om elkaar heen, het contact nooit verbrekend. Hierin worden ze begeleid door een dromerige compositie van Benyayer, die wat wegheeft van een Frans-Belgische film. Op de achtergrond klinkt een opname van de vertrouwde NS-dame: ‘Dames en heren, de Thalys naar Rotterdam, Antwerpen, Brussel en Parijs vertrekt van spoor 15a. Voor deze trein is een reservering verplicht.’

Halverwege de voorstelling strijkt het duo neer voor de geluidstafel van Benyayer. Hier blijven ze veel te lang zitten, hun lijven deinend op de muziek. Een overbodig gedeelte, waarvan de toevoeging onduidelijk blijft. Het sterkst zijn Wilkers en Chi in de choreografieën dichtbij de grond. Op handen en knieën tikken ze elkaar plagend met de voeten aan, maken handstanden en backflips. De muziek van Benyayer begint vaak rustig, bouwt op en dreunt door tot diep in het brein, waarbij de dansers zich volledig overgeven, lijf en ledematen losgooien alsof ze in een openluchtclub staan.

Cypher is een hypnotiserende beleving, waaraan iedereen mag participeren. Dat blijkt aan het eind, wanneer het publiek wordt aangemoedigd zich in de cirkel te begeven. Dertig man stapt, eerst wat onzeker maar dan vol overgave, naar voren vanuit de zijlijn en stort zich in de muziek. Sommigen extatisch, anderen dromerig, even met de ogen dicht. Vanuit de lucht moet het er jaloersmakend hebben uitgezien. Een zelfgecreëerde commune. Op een vrijdag in juli. Onder de rook van Amsterdam.

Foto: Moon Saris