Mede met dank aan de uiterst succesvolle serie The Big Bang Theory zijn nerds al lang geen sukkels meer. Integendeel, de minder natuurwetenschappelijk onderlegde medemens mag zich graag laven aan zijn kennis. Oké, ze mogen dan wel enigszins contactgestoord overkomen, maar dat is eigenlijk wel zo charmant.

De Israëlische wis- en natuurkundige Kulu Orr speelt in zijn show Control Freak vakkundig met al die clichés om ons ondertussen van de ene verbazing in de andere te laten vallen. Orr heeft zich gespecialiseerd in computertechnologie en weet op onwaarschijnlijke wijze alle technologie waarmee hij zich omringd heeft met elkaar te verknopen. Dat klinkt wellicht alsof we ons in een proeflaboratorium bevinden, maar niets is minder waar.

Orr zet namelijk al zijn kennis en vaardigheden in om theater te maken. Hij combineert zijn wetenschappelijke kennis met een grote muzikaliteit, jongleerkunst en droogkloterige humor. Dat hij ons, simpele zielen, tussen de bedrijven door inpepert dat we sukkels zijn behoort tot het voorrecht van de slimmerik. Zijn afzeiken is mild, hoe ongemakkelijk de vrijwilligers die hem bijstaan zich daarbij af en toe ook zullen voelen.

Wat hij met zijn jongleerballen uitspookt is fenomenaal. Door ze in complexe ritmes op een met sensoren uitgeruste doos te laten stuiteren creëert hij muziek. Je ziet het, je hoort het en je snapt het niet. Door middel van samples kan hij elk gewenst geluid tevoorschijn toveren en door ze in een loop te zetten ontstaat, laagje voor laagje, een complete song. Daarvoor heeft hij aan alleen die ballen niet genoeg, dus heeft hij een krankzinnig pak aan dat van boven tot onder volgeplakt is met sensoren. Met een ongelooflijke timing bedient hij alle buttons, waarmee hij ondertussen ook nog de lampen kan aansturen. En dan ineens komt alles samen en klinkt er een prachtig meerstemmig gezongen versie van Blackbird. Jazeker, Orr kan ook nog zingen.

Ondertussen blijft hij de nerd uithangen die werkelijk niet begrijpt waarom wij hem niet begrijpen. Het is immers allemaal toch tamelijk simpel, zegt ie, om vervolgens via het principe van de deurbel uit te komen bij razend ingewikkelde schema’s die op het scherm voorbijflitsen. Snappen we het nu?

Nee, natuurlijk niet. Het is ook het laatste waar op zitten te wachten. Zoals een goochelaar zijn trucs niet hoeft uit te leggen willen wij door Orr alleen maar geïmponeerd worden.

En daar slaagt hij volledig in, op verbluffende wijze.

Foto: Mário Abreu