Maar liefst honderdzeventig jonge mensen vullen het podium van De Nationale Opera in Codes. In regie en concept van Gregory Caers vormt een reusachtige groep energieke jongeren het ene mooie plaatje na het andere, onder het mom van hedendaagse rituelen voor de grote stad. Op stevige ritmische muziek stampen, dansen en hollen de jongeren als één lichaam. Het bijna negentigkoppige VU-Koor bezingt in rustmomenten de nieuwe rituelen in korte, poëtische bewoordingen.

De indrukwekkende groepsgrootte is te danken aan een samenwerking tussen De Nationale Opera, de eerste en tweedejaars studenten van MBO Theaterschool Rotterdam en het VU-Koor. Ter ere van 750 jaar Amsterdam en het Opera Forward Festival gingen twaalf jonge kernperformers met opdrachten van Caers aan de slag om bewegingsmateriaal te verzamelen voor fysieke duetten, die leidden tot de massachoreografie van Codes. En zo’n grote dansgroep, dat is toch iets bijzonders.

Centraal staan rituelen. In het programmaboek worden ze beschreven als ‘aandachtmachines’, een term ontleend aan filosoof Herman de Dijn. Bij aanvang legt een jonge performer uit dat we onszelf nauwelijks nog met elkaar in het ‘hier en nu’ bevinden. Daardoor spelen we polarisatie in de hand. Rituelen zouden een broodnodig tijdelijk gevoel van samenzijn op kunnen roepen. Voor zo’n collectieve ervaring lijkt de theaterzaal de ideale plek, zéker gecombineerd met het hypnotiserende effect van de zwerm.

In hoofdstukken worden zeven inzichten zowel in gesproken, gezongen als in bewegingstaal uitgelegd, wat enigszins overdadig voelt. De meeste liggen namelijk in elkaars verlengde: zorg ervoor dat je met mildheid en nieuwsgierigheid naar de ander kan kijken. De groep dansende jonge individuen nodigt daar al voldoende toe uit. Een aantal performers heeft zo’n sprekende blik, of bewegingstaal dat je niet anders kan dan ze onthouden, terwijl de jongeren in het grote VU-koor meer op de achtergrond blijven, zelfs als ze zo nu en dan de groep dansers bijvallen om de kracht van de eensgezinde massa te benadrukken.

Steeds groeit en krimpt de groep, soepel overgaand van ritueel op ritueel. De betovering direct verbroken als iemand plotseling alleen achterblijft. Mooi hoe ze samen een dramatische stormachtige cirkel vormen met hardlopers aan de buitenkant en zwoegende sjokkers aan de binnenkant, als een spreeuwenzwerm. Of hoe ze ternauwernood zichzelf overeind houden als ze van de ene naar de andere kant wankelen, tenslotte neervallen en daarna door een bescheiden opruimploeg met duivenkoppen op hun hoofd in het rond worden geveegd als dartele blaadjes.

Ook de muzikale en scenografische vormgeving zijn brandstof voor deze ‘aandachtmachine’. Even zou je kunnen denken dat ieder in de eigen kleding staat te performen, maar daarvoor zijn er net te veel op elkaar lijkende glitters, jeans, joggingbroeken en strakke witte tops met ontblote buiken. Subtiel zien we individuen transformeren in groepen als bijpassende jasjes hun outfits compleet maken (kostuums Gerbrand Bos). Een indrukwekkende hoeveelheid zichtbaar opgehangen spots roffelt warm licht over de choreografie, terwijl Bas Gaakeers composities vol sterke niet-Westerse ritmes de stampende, zwoegende, springende massa een gezamenlijke en doelbewuste ondertoon geven. Wat zou je als bezoeker graag aansluiten bij dit aanstekelijke dansfeest.

Foto’s: Michel Schnater