‘Iedereen kan een moordenaar worden als de omstandigheden ons daartoe dwingen’, zei filosoof Georges Bataille. In Club Uppercut onderzoekt Onderwater Producties de gewelddadige kant van de mens. 

Club Uppercut is de eerste voorstelling van de trilogie The Real City, waarin Onderwater Producties inzoomt op Rotterdam en op wat er zich afspeelt onder de vernislaag van de city marketing in deze snel veranderende stad. In deze zeer actuele eersteling, geregisseerd door Joep van der Geest, gaat het over geweld. Bijpassende locatie: de oude lasruimte van een buiten werking gestelde scheepswerf aan de Rotterdamse Schiehaven, rauw en authentiek.

Bij binnenkomst klinkt ‘Stuck In The Middle With You’ van Stealers Wheel, bekend van de scène uit Quentin Tarantino’s Reservoir Dogs, waarin de ene crimineel dansend het oor van de ander afsnijdt. Toepasselijk voor een avond over geweld.

De stoelen voor het publiek staan in een halve cirkel. Acteurs Afke Weltevrede en Jeroen Rienks, die ook de toneeltekst schreef, nemen er elk een stoel bij en heten het publiek vriendelijk welkom. Zoals het hoort in een kringgesprek wordt daarna gevraagd om jezelf voor te stellen door je naam te noemen.

De workshop-opstelling is slim bedacht en spannend. Doordat de lichten aanblijven, voel je je als kijker bekeken. Wordt de voorstelling een experiment over hoe ik reageer op geweld? Wordt het publiek straks net als bij Marina Abramovic uitgedaagd om de acteurs fysiek te verwonden? Weltevrede en Rienks lossen niets in over wat ons te wachten staat, het mysterie blijft intact.

Gelukkig begint de voorstelling veilig: actrice Evrim Akyigit speelt een wetenschapper die ons een lezing komt geven over geweld. Ze haalt bovenstaand citaat van Bataille aan en verwijst naar het geweld in de Bijbel, de klassieke mythologie en op Netflix. Ze stelt vragen aan het publiek, wat een fijne interactie oplevert en het groepsgevoel van de club versterkt. Haar voorbeelden om aan te tonen dat geweld van alle tijden is, zijn niet bijster origineel, maar de koelbloedige manier waarop ze de gruwelijkste details beschrijft, doen je maag omkeren. Akyigit weet precies de plek te raken tussen afkeer en fascinatie voor geweld.

Na Akyigits betoog nemen Rienks en Weltevrede het woord. Rienks duikt het verleden in en vertelt over een vechtpartij in 1989, die hem deed bruisen van levensenergie. Weltevrede gooit het over een andere boeg en verzet zich tegen haar angst voor geweld met technieken uit de zelfverdediging: doen alsof je aan het bellen bent, sleutels tussen de vingers als boksbeugel. Beide verhalen worden met intense inleving gebracht, waardoor je aan de lippen van Rienks en Weltevrede blijft hangen.

Fysieke scènes onderbreken de tekst en worden steeds gewelddadiger. Eerst mag iedereen die wil een vinger in een elektronische vliegenmepper steken, daarna slaat Weltevrede met een opblaasbare knuppel op Rienks’ ontblote bovenlichaam tot zijn huid rood wordt. Weltevrede op haar beurt wordt het mikpunt waarop het publiek zich mag uitleven door haar met jongleerballen te bekogelen. Het is grappig om te zien wie in het publiek fanatiek wordt en wie liever naast dan op Weltevrede mikt.

Tot zover weet Club Uppercut te bekoren, omdat spannend blijft hoe ver Onderwater Producties zal gaan in het geweld. Gaan de makers tot het uiterste of slaan ze een andere weg in? Het laatste deel van Club Uppercut schippert tussen verschillende gedachten. De realistische setting van de lecture performance wordt verdergezet: twee oudere boksers komen het podium op en vertellen over hun liefde voor de sport. Hun demonstratie is eerder schattig dan dat die nieuwe informatie oplevert.

Rienks en Weltevrede krijgen vervolgens slaande ruzie met een bloedneus tot gevolg. Die ruzie zat er aan te komen, want al van bij het begin van de voorstelling geven Rienks en Weltevrede elkaar voortdurend goedbedoeld maar frustrerend commentaar. Toch ligt de uitbarsting er te dik bovenop: in een hyperrealistische context moet wat je inbrengt aan theatraliteit extreem geloofwaardig gespeeld zijn om waarachtig over te komen, en dat is niet gelukt.

Na de klap barst Rienks uit in een monoloog waaruit blijkt dat hij als witte cis-man verdwaald is in het heden. Hij weet niet meer wat hij wel nog mag zeggen en wat niet, en verlangt terug naar het kameraadschap van 1989. Rienks monoloog roept plaatsvervangende schaamte en medelijden op, en dat is goed want daar gaat de tekst over. Maar de link met geweld is niet helemaal duidelijk. Ook was het interessant geweest om reactie van de vrouwelijke personages te krijgen. Wat vinden zij van deze man die trilt als een riet omdat zijn wereld verandert?

Weltevrede probeert krampachtig de avond gezellig af te sluiten, Akyigit heeft opgegeven en meldt dat ze niets meer toe te voegen heeft. Jammer, want Akyigits personage had meer diepgang kunnen krijgen met een sterke reactie op Rienks’ betoog.

Uppercut Club begint sterk: door de realistische setting en het gewelddadige onderwerp heerst een constante dreiging. Maar net wanneer het echt spannend wordt, kiest Onderwater Producties voor een makkelijke weg. Het gezelschap gaat het geweld niet aan, waardoor het einde niet bevredigt. Club Uppercut krabt aan de oppervlakte, maar ontwijkt de diepste krochten van de mens.

Foto: Johannes Odé