Club Gewalt, het Rotterdamse muziektheatercollectief dat sinds 2013 vele voorstellingen maakte en genomineerd is voor de BNG Bank Nieuwe Theatermakersprijs 2017, liet zich voor hun nieuwste voorstelling inspireren door berichten over de spectaculaire neergang van turnkampioen Yuri van Gelder. 

De rode draad van Yuri wordt gevormd door een vijfenveertig minuten durende, oersaaie muziek-track, ingeblikt geluid, ergens tussen gabber-light en digitale disco. De zeven performers dansen in blauwe turnpakjes met een microfoon in de hand strenge formaties, een soort show-aerobics voor gevorderden. Soms zingend, soms rappend, wordt de levensgeschiedenis van de turner opgelepeld als een gebed zonder end.

Het is even grappig, talkpoeder onder je oksels stuiven en dan met zeven man drie kwartier lang formatiezwemmen op het droge, zeker als je allemaal niet écht kunt dansen, in de zin van een interesante beweger zijn in een gechoreografeerde podiumsituatie. Maar de zangers kunnen zingen. En de medley van herkenbare muziekjes, dansjes en teksten komt er overtuigend uit.

Jammergenoeg blijft het daarbij. Het lijkt erop dat Club Gewalt de stompzinnige vastberadenheid, die nodig is om turnkampioen te worden en bij Van Gelder gepaard ging met drugsgebruik en biertjes drinken op het verkeerde moment, als enige het leitmotiv heeft genomen voor de voorstelling. Dat maakt alles vreselijk voorspelbaar. Op zich zou die voorspelbaarheid natuurlijk een bepaalde ruimte kunnen opleveren om in te gaan op het lot van Van Gelder of om je over te geven aan de lol van voorspelbare muziekjes en dansjes. Maar er gebeurt helemaal niets.

Natuurlijk is het fijn dat regisseur Mara van Vlijmen en Club Gewalt besloten hebben om de verknipte heroïek van tv-programma als The Voice, Idols of Dancing with the Stars achterwege te laten en de dramatiek die gewoonlijk wordt ingezet bij verhalen als dat van Van Gelder. Slechts het doorzettingsvermogen wordt geënsceneerd. Wat overblijft is de koele ratio van repeterende kitsch en verkoopcijfers. De voorspelbaarheid staat niet alleen alle sjeu, maar ook ieder ander perspectief in de weg. Het blijft bij een wat gênante vertoning, die misschien bedoeld is als parodie, misschien als hommage, maar uiteindelijk helemaal niets doet.

‘En toen …’ rijmt op kampioen. De tekst, die aandoet als een verzameling online citaten over de sneue held en zijn wedervaardigheden wordt steevast ingezet met een ‘En toen ….’. Ook dat is even grappig, want onnozel – als een kind dat je met volle overtuiging een verhaal vertelt waar geen touw aan vast te knopen is. Misschien tekent het de held en is het een oordeel over Yuri van Gelder. Misschien tekent het de berichtgeving en is het een oordeel over de manier waarop mediaproducenten en -consumenten omgaan met de tragische wendingen in het leven van een gevallen beroemdheid. Het wordt niet duidelijk, en het lijkt er ook allemaal niet echt toe te doen.

De laatste pakweg 17 seconden van drie kwartier Yuri zijn even spannend. De gestrekte draf op de plaats wordt dan eindelijk op de plaats rust. De digitale klok die de minuten en seconden terugtelde, heeft nog wat tijd over. Even ontstaat er ‘suspense’, een moment van geestverruiming, waar je als toeschouwer 45 minuten lang vergeefs naar hebt gezocht. Zie hier de paralel met Yuri.

Leedvermaak, het melodrama omzetten in trefzekere commerciële shit, er is op zich allemaal niets mis mee, en er zou van alles mee gedaan kunnen worden. En achteraf valt het allemaal wel op zijn plek, als idee. Maar tijdens de voorstelling is de onzin die Club Gewalt voorschotelt, muziekjes-dansjes-tekstjes vanwege ene Yuri, niet te harden. De boel loopt als een trein, to nowhere. Aan mij niet besteed, deze coproductie met Operadagen Rotterdam.

Foto: Jochem Jurgens