Een relatiestuk. Twee mannen, twee vrouwen en hun onderlinge verhoudingen. Het is vaker gedaan. Maar deze uitvoering doet er alles aan om de toeschouwer te verhinderen buiten spel te blijven. Niet zonder succes.

In het gelauwerde Amerikaanse stuk Closer van Patrick Marber is de liefde lijden. Hoe groter de hartstochten, hoe beter de seks, hoe dieper de verwondingen. De dermatoloog Ralf, vol gloed gespeeld door Mark Kraan, probeert het nog met klinische observaties. De stripper ‘Alice’, ongegeneerd lijfelijk gespeeld door Marieke Giebels, probeert het met een omtrekkende bewegingen. De fotografe Anna (Sara Jonker) vindt geen houvast aan haar fotografische blik, en de ploeterende schrijver Dan (Teun Luijkx) probeert het ook tevergeefs linksom en rechtsom.

Op het slagveld met alleen verliezers zijn met moeite enige mechanismen te ontdekken. De partners dwingen elkaar ‘de waarheid’ te vertellen over escapades, verleden, dromen en seks (‘Ik kan het aan, ik houd toch van je’). Om ze er daarna mee om de oren te slaan of zelf door de knieën te gaan. Maar leven zonder waarheid is ook geen optie, dus die wordt onophoudelijk gezocht en gewantrouwd.

Regisseur en bewerker Mustafa Duygulu heeft veel moeite gedaan het publiek zich aangesproken te laten voelen. De vertaling van het stuk naar Amsterdamse omstandigheden (Artis, de Zuid-As, de Nieuwmarkt) is geslaagd. Hoewel vaker de taxi wordt genomen dan de fiets.

De toeschouwers zitten om de speelvloer heen met hun neus op de actie. Op soms op minder dan een meter afstand smeken de spelers de ander op hun knieën niet weg te gaan, tongen ze of schreeuwen ze in elkaars gezicht hun cris de coeur. De acteurs nemen wanneer ze even niet spelen op een stoel naast de toeschouwer plaats en hijgen daar nog hoorbaar na.

Op zich zou hierdoor met enige moeite nog wel enige distantie tot het stuk overeind gehouden kunnen worden. De plaatsvervangende schroom kan bezworen worden met verzuchtingen dat hedendaagse heteroseksuelen het vandaag de dag ook niet makkelijk hebben of dat er gewoon een grotere ‘gunfactor’ moet zijn om ze gelukkig te maken.

Maar er is nog iets anders. Door de opstelling van de stoelen voor het publiek ziet de toeschouwer niet alleen de acteurs, maar ook de toeschouwers aan de overkant en de zijkant van het slagveld: mannen, vrouwen, oud en jong, elk met hun eigen leven. En mocht je er aanvankelijk in slagen het stuk niet op jezelf te laten slaan, veel moeilijker is het de gedachten uit je hoofd te zetten dat het stuk veel aanknopingspunten heeft met de levens van je medepubliek. Maar als het slaat op hun levens, waarom niet op dat van jou?

Foto: Jean van Lingen