Een rondtrekkend circus. Lilliputters en een katholieke beer. Zigeuners. Een clown die als eerste in zes generaties van nature níet leuk is. Een circusfamilie die vanaf de veldtochten van Napoleon tot heden betrokken was bij of getuige van de belangrijkste gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis, een brand in een kerststal in een Poolse kerk plus een wonder dat daarop volgt.

Menig theatermaker zou met zoveel ingrediënten al de grootste moeite hebben een verhaal met een kop en een staart te smeden, waarmee het publiek ook nog eens uit de voeten kan. Maar Freek de Jonge vlecht door zijn kerstvertelling Circus Kribbe ook nog eens zijn eigen jeugd in Goes, een kampeervakantie met het gezin De Jonge in Limburg, zijn nieuwsgierige kleinzoon, zijn bezoekjes aan zijn oude moeder en soms grimmige terzijdes over hedendaagse uitwassen. Het kán niet, het lijkt ondoenlijk al deze ware, halfware en verzonnen verhalen in zeven kwartier te stoppen. Maar hij doet het. Want hij is Freek. En dat is nog altijd buitencategorie.

In duizelingwekkende vaart serveert hij het uit en aan het einde, o wonder, valt alles samen. Zo slaat de oude meester in Circus Kribbe opnieuw de horzeltjes en aasvliegjes van zich af die steeds boven zijn hoofd zoemen ‘dat hij maar eens moet stoppen, dat zijn tijd voorbij is, dat hij zijn grote mond maar eens moet houden’ en zelfs ‘dat het tijd wordt dat hij eens dood gaat’. In talkshows en interviews wekte hij zelf ook te vaak de indruk van een groot artiest die verbitterd toekeek hoe het grote applaus nu naar anderen gaat. Naar grotendeels ‘mindere goden’, met hapklare brokken-cabaret.

Vreemd, want in het theater, zijn eigen huiskamer, klonk keer op keer het enige, allesomvattende antwoord. Met Circus Kribbe nu als een groot uitroepteken. De Jonge is er dit en ook volgend seizoen mee terug in de allergrootste zalen, maar Circus Kribbe is bepaald geen ‘music for the millions’. Het verhaal van de familie Kribbe is als een fragmentatiebom. Het spat uiteen in een tiental verhaallijnen die over elkaar heen stuiteren, in elkaar verstrikt raken en die je het gevoel geven dat de rode draad voortdurend zoek is en je het spoor bijster bent. Dan leidt hij je even af met een hilarische act van een lilliputterclown, of een absurd en ingenieus paardendressuurnummer. Waarna hij, als pop-up vensters op internet, ineens weer verhaallijnen tevoorschijn goochelt, die al een kwartier in de wacht stonden.

Wie alleen zijn lachspieren aan het werk wil zetten, na een dag hard werken, is bij de verkeerde voorstelling. De humor is alom tegenwoordig, maar niet zozeer in stevige oneliners en grappen. Enige fitheid en lenigheid van geest zijn geboden. En een oog voor het toneelbeeld, want zoals elke voorstelling van Freek is ook Circus Kribbe prachtig vormgegeven door Hella de Jonge.