‘Checkpoint Charlie’ was een controlepost in de tijd van het verdeelde Berlijn op de grens van het Amerikaanse en Russische gebied. Tijdens de koude oorlog werd de post symbool voor zowel de scheiding als de vrijheid. De prikkeldraadversperring die de stad in tweeën deelde werd opgetrokken op een mooie zondagochtend in augustus en veroordeelde iedereen om aan zijn eigen kant te blijven.

Alle ingrediënten voor groot drama aanwezig zou je denken, maar waarom kabbelt dit verhaal dan maar voort en voel je nauwelijks mee met de wanhoop van de hoofdpersonages die hardvochtig van hun geliefden en dromen worden gescheiden? ‘Misschien is dat wel het ergste, dat de hele tijd alles hetzelfde blijft en dat er niks gebeurt’, zegt een van hen op enig moment. Dat is helaas ook het gevoel waarmee ik blijf zitten, na het zien van deze nieuwe Nederlandse musical.

Een ensemble van acht acteurs in een grauw en grijs decor, de grensafscheiding wordt grimmig in beeld gebracht. In het Westen woont de hoogzwangere Anna (Sanne den Besten) die van de ene op de andere dag haar werk als onderwijzeres én haar moeder Mathilde (Marleen van der Loo) moet missen omdat ze niet meer naar de andere kant kan. Haar man (Job Bovelander) is een fanatiek fotograaf die vooral bezig is met zijn eigen brandende ambitie om de wereldgeschiedenis vast te leggen, maar weinig oog heeft voor de zorgen van zijn getergd heen en weer lopende jonge vrouw.

In het Oosten maken we kennis met weduwnaar en groenteboer Otto (Wim van den Driessche), die een klein winkeltje drijft en zich daarnaast ook verdacht vaak met een aktetasje bij de grensovergang ophoudt. Zijn dochter Lena (Linda Verstraten) droomt ervan samen met haar vriend Helmut (Jeffrey Italiaander) de wereld over te reizen en carrière te maken als zangeres. Een platencontract lag al klaar, de prikkeldraadversperring gooit andermaal roet in het eten.

Gek genoeg bekruipt je het gevoel dat de historische arena niet zoveel toevoegt aan de problemen waarmee de hoofdpersonen worstelen. Iedereen is op een plek waar ie niet wil zijn. Het huwelijk van Anna en haar fotograaf zou overal onder druk hebben gestaan. Hij wil groots en meeslepend fotograferen en koopt dure lenzen, zij schildert de kinderkamer en mist haar moeder. Helmut en Lena zouden vermoedelijk ook ruzie hebben gemaakt zonder dat hun tournee door omstandigheden van buitenaf on hold was gezet. Hij heeft haast en zij moet haar oude vader in Berlijn achterlaten en dat besluit valt haar niet licht.

‘Deze muur loopt dwars door mij’, zingt Anna, andermaal rusteloos lopend van links naar rechts. Mathilde, tasje met breipatronen in de hand, verschijnt aan de lopende band bij de versperring om naar haar zwangere dochter aan de overkant te zwaaien. Ze is eenzaam, zoekt toenadering tot de soldaat die de grens bewaakt en haar aan haar gesneuvelde man doet denken en nodigt hem steeds vergeefs te eten uit. De jonge, Amerikaanse soldaat Sam mist zijn moeder met wie hij wekelijks belt. Veel bellen, veel zwaaien, veel lopen, veel ruziemaken, veel herhalingen van zetten.

De dialogen en de liedteksten vertellen vaak hetzelfde, de liedteksten van Stef Bos doen dat poëtischer en subtieler. Er is nu en dan een mooie, goed gezongen solo. Maar het verhaal als geheel wil maar niet spannend worden. Zelf niet wanneer de wereld zijn adem inhoudt omdat de Russische en Amerikaanse tanks tegenover elkaar staan. Zelfs niet wanneer er iemand het leven laat in een poging aan de andere kant van de muur te geraken.

Pas vijf minuten voor het eind, wanneer Otto zijn dochter toestemming geeft naar het westen te vluchten ook al breekt dat zijn hart. Pas dàn knijpt onze keel dicht omdat we ons realiseren dat de omstandigheden maken dat vader en dochter elkaar nooit meer terug zullen zien, al weten ze dat zelf nog niet.

Foto: Dinne van Rongen