Gaandeweg de voorstelling Charlie transformeren drie vrouwen en twee mannen, gestoken in dagelijkse kleding, tot personages uit het universum van Charlie. Hun felgekleurde pakjes, waarop een of meer omcirkelde C’s prijken, zijn allemaal verschillend maar toch variaties op hetzelfde thema. Ze doen denken aan de outfit van Superman of een copyright-teken. Aan de rechterkant van het verder kale toneel glooit een bolling in de vloer waarover rode lijnen lopen: een andere planeet.

In Charlie, het eerste deel van zijn trilogie Charlie goes home, vertaalt choreograaf Joost Vrouenraets zijn fascinatie voor martial arts en superhelden uit stripverhalen en films naar het toneel. Maar hoe benader je deze thematiek zonder al te illustratief te worden?

Door de vele gevechtsscènes in Charlie is de herkenbaarheid in de bewegingen en beelden sterk. Er wordt zelfs met een lichtzwaard als in Star Wars door de lucht gezwaaid. Het klankdecor van componist Joris de Man, die ook voor MTV en Playstation werkt, roept een constante sfeer van dreiging of suspense op. De soundscape is dwingend en soms zelfs zo overheersend dat er weinig ruimte overblijft voor andere interpretaties, waardoor een mogelijke diepere betekenis in het gedrang komt. Vrouenraets’ dans is dynamisch, soms fel en flitsend en wordt overtuigend uitgevoerd door de vijf dansers. Keerzijde van die daadkracht is dat de energiestroom, wisselend van intentie, toch vrij eendimensionaal overkomt.

Bij aanvang kleedt een danseres zich aan voordat zij in het spotlight stapt, terwijl aan het einde van de voorstelling de groep van vijf dansers zich weer van hun kostuums ontdoet. Daarmee lijkt er wat op zijn plaats te vallen: het in en uit hun rollen stappen en de volledige overgave in het spotlight. Maar echt duidelijk wat de choreograaf bedoelt wordt het niet. En dat is jammer, want Vrouenraets lijkt meer te willen zeggen dan er nu over het voetlicht komt.

(foto: Erwin Penners)