Het langharig tuig is aan de macht in de Carmen van Opera Zuid. Het regisseursduo Leopold Witte en Geert Lageveen transfomeerde Bizets opera naar de jaren zestig. Zoiets kan heel verkeerd uitpakken, maar bij Opera Zuid bleek het een schot in de roos. Het door bezuinigingen getergde gezelschap zette een speelse , inventieve en buitengewoon vermakelijke Carmen op de planken: een flower-power-Carmen.

Make love not war,’ stond in koeienletters geschreven op het poortwachtershuisje van de Spaanse soldaten. Even later hupste er een legioen hippiemeisjes binnen in oranje minijurkjes. De sixties zijn terug bij Opera Zuid. En hoe …! Escamillo deed het helemaal niet onaardig als Gary Glitter. Zelfs Jimy Hendrix bleek alive and kicking en speelde een riedeltje mee op zijn elektrische gitaar.

Door de verplaatsing naar de jaren zestig werd een extra laag aan het verhaal toegevoegd: die van jongeren met een hoofd vol idealen en jongeren die zich afzetten tegen de gevestigde orde. Een gouden greep die door Opera Zuid op speelse en lichtvoetige wijze wordt vormgegeven. Het is bij vlagen hilarisch en karikaturaal, maar het doet het oorspronkelijke verhaal geen enkel geweld aan. Wanneer Escamillo en Carmen hun entree in de arena maken en worden toegezongen door het uitstekend zingende koor staan er opeens tientallen Carmens op het toneel, alsof Witte en Lageveen willen zeggen: in elke vrouw schuilt een Carmen.

Met een cast die uit bijna alleen maar jonge Nederlandse zangers bestaat heeft Opera Zuid een uiterst overtuigende productie afgeleverd. Een productie die het waard is om gezien en gehoord te worden. Er wordt uitstekend gezongen door Kim Savelsbergh (Micauëla) en Fabiano Cordeiro (Don José). Janneke Schaareman profileerde zich als een veelbelovende jonge zangeres, maar zij is nog geen Carmen. Daarvoor heeft haar stem nog te weinig power en ontbreekt haar acteerwerk aan dramatische kracht. Een kwestie van groeien wellicht.

De grootste verassing van deze Carmen zat in de bak. Daar speelde de Philharmonie Zuidnederland: het nieuwe fusieorkest bestaande uit ongeveer driekwart Limburgse musici en een kwart Brabanders onder leiding van Ivan Meylemans. Vanaf de eerste paukenklap in de ouverture was het met pittige tempi en trefzeker spel meteen goed raak: hier werd grandioos goed gespeeld. Een prachtige blazersklank, fijnzinnige strijkers: wat een kwaliteit! Als de Philharmonie Zuidnederland dit niveau weet te handhaven komt er toch nog iets goeds voort uit die bezuinigingsmalaise.

Foto: Morten de Boer