Het is nogal een risico om twee grappige animatiemannetjes als levensgrote acteurs op het toneel te zetten. Martin Hofstra en Dennis Stroucken zijn stevige kerels met zware stemmen en trage bewegingen maar voor de drieplussers in de zaal is er geen twijfel mogelijk dat ze Buurman en Buurman zijn, hun helden uit de gelijknamige tv serie in Villa Achterwerk van de VPRO. Ze dragen te ruime spijkerbroeken en wollen mutsen boven een gele en een rode trui. Ze zijn dikke vrienden, ze klussen samen en als ze struikelen over hun gereedschap, gaat er een golf van herkenning door de zaal.

Met de musical Buurman en Buurman gaan verhuizen bewezen de makers al eerder dat de populaire animatieserie ook in het theater tot zijn recht komt en nu is er dan Buurman en Buurman Beginnen voor zichzelf. Regisseur Bruun Kuijt en de schrijvers van het script en de liedjes van Jelle Kuiper en Ivo de Wijs maakten er dit keer een slapstickmusical van.

De twee acteurs proberen de buurmannetjes niet te imiteren, ze houden  hun eigen mimiek en motoriek en dat maakt hun spel geloofwaardig. In plaats van druk en klein, zijn ze groot en traag en hun slapstick is in slow motion. Knap dat ze daarmee een stampvolle zaal vol peuters en kleuters, die pijlsnel afgeleid kunnen zijn, een uur lang bij de les houden. In een prettig tempo, op sfeervolle muziek van Erik de Reus, doen ze de huis-tuin-en-keukendingen die voor kinderen van een jaar of drie dagelijkse kost zijn. Als de Buurmannen in de tuin een appel eten, zakken ze zomaar door hun bankje.

Voor het duo is dat het startschot om weer met een hamer, zaag, stukkie touw en een potje lijm aan de slag te gaan. Al snel loopt het zó uit de hand dat er een complete klusfabriek staat, gebouwd van oude dozen, fietswielen, tv-schermen en andere rommel. Je stopt een houten plank van de schutting in de machine en er komt met licht- en rookeffecten zomaar een stoel uit, van goud nog wel. Nog spannender is het als een van de twee vrienden, met de gele trui aan, verdwijnt en met een rode trui weer tevoorschijn uit de machine komt. De zaal raakt in rep en roer. ‘De gele buurman is weg!’ roepen de peuters. Natuurlijk komt hij weer terug, in zijn eigen trui, en dan zingen ze samen met het geëmotioneerde publiek hun lijflied. ‘We zijn de beste vrienden en we wonen naast elkaar.’

Buurman en Buurman beginnen voor zichzelf is eenvoudig, gemoedelijk, met alledaagse grapjes en avonturen en een beetje toverkracht. Precies zoals het moet zijn.

Foto: Leo van Velzen