‘Parkeren is reflecteren’, zegt een vrouw terwijl ze haar helm afdoet en het haar losschudt. Op een knaloranje motor is ze komen aanrijden en parkeert ze voor de auto’s die de drive through voorstelling Brandstof bezoeken. Festival Karavaan ontwierp in de voormalige drukkerij van TMG Media in Alkmaar een locatievoorstelling waar de bezoekers in hun auto langs kunnen rijden, ofwel afhaaltheater in tijden van corona.

Karavaan is na jarenlang voorstellingen programmeren op alle mogelijke en onmogelijk locaties wel wat gewend en de organisatie loopt dan ook op rolletjes. Alsof drive through theater een ingeburgerd genre is, wijzen parkeerwachters de groepjes automobilisten geroutineerd de weg van de ene performance naar de andere. Met een vijftal korte solovoorstellingen in de uitgestrekte gebouwen van de drukkerij laat regisseur Jos van Kan zien dat theater ook de inzittenden van een auto in hun hart kan raken.

Een verdronken man, een zoekende danser, een verdwaalde motorrijdster, een vrouw met liefdesverdriet op een torenhoge ladder. De personages staan op een keerpunt in hun leven en nemen de bezoekers daarin mee met een poëtische collage van tekst, muziek en beelden.

De spelers maken mooi gebruik van de industriële ruimte met beton, metaal en troebel glas die onderdeel wordt van het scènebeeld. Een mimespeler danst met een telefoonpaal en een zangeres zit opgerold in een blind raam in de muur alsof het een veilig kamertje is.

Mooi is ook het beginbeeld van de solo met de vrouw op een hoge ladder voor het raam. ‘Soms heeft de liefde een breekijzer nodig en soms gaat alles vanzelf’, zegt ze. Beneden haar is de vloer waarover het autopubliek is binnengereden kletsnat. Aan het slot spuit ze haar figuurlijke tranen met een brandslang over de autodaken. Maar haar gezicht kijkt opgewekt.

De performers – Nynke Heeg, Dennis Tiecken, Lusanne Arts, Marlies Bosmans en Lourens van den Akker – maken indringend contact met het publiek. De personages hebben met elkaar gemeen dat ze zijn vastgelopen in hun leven en zingend, dansend en acterend ze weer houvast zoeken. Zoals de man die met bokshandschoenen op zijn verroeste autodak staat en vertelt hoe ’s avonds laat plotseling het onweer toesloeg en hij te water raakte.

Wiebe Gotink ontwierp een sfeervolle soundscape die een extra laag toevoegt. Het wisselt van vioolklanken naar gregoriaanse zang of vrolijke accordeonmuziek en tussendoor klinken machinale en industriële geluidseffecten. De sfeervolle muziek en de poëtische tekstfragmenten zijn associatief in elkaar gevlochten en vormen een scherp contrast met de betonnen ruimte. De solo’s laten het publiek zien dat er een andere wereld schuilgaat achter de desolate omgeving waarin ze rondrijden.

Bij het verlaten van iedere solo is een foto van de performer op billboardformaat te zien en staat de volgende rij auto’s alweer klaar om naar binnen te rijden. Brandstof is een bijzondere en ontroerende aanvulling op het locatietheater. Het idee is uit nood geboren maar drive through theater smaakt echt naar meer en zou zich weleens tot een nieuw theatergenre kunnen ontwikkelen.

Foto: Keith Montgomery