Brand New heet het programma waarin choreografe Conny Janssen en productiehuis Dansateliers de handen ineenslaan ten behoeve van de ontwikkeling van jonge choreografen. Afgelopen weekend ging de triple-bill in première in de dansstudio van Conny Janssen Danst in Rotterdam. In deze derde editie van het programma was de beurt aan choreograaf Jasper van Luijk, nog studerende aan de ArtEZacademie in Arnhem, Julian Barnett, master choreografie ArtEZ en de Belg Jan Martens, die al eerder werk produceerde onder de vlag van Frascati en Meekers/Dansateliers.

Serieus is het programma Brand New #3 voor de pauze, want zowel Monument als Retraction zijn choreografieën  met een zwaar dramatische ondertoon. Julian Barnetts werk onderzoekt de relatie tussen lichaam en stem. Zijn choreografie Monument schetst een eenzaam beeld en vangt aan met een zingende danser leunend tegen een pilaar, op zijn hoofd een woody capuchon. Al snel voegt Barnett een stevige geluidscompositie toe aan de solo, die een opzwepende werking heeft. Hoekige bewegingen en geluiden worden afgewisseld met een terloopse grove en als het existentiële schouwspel van Gideon Poirier uiteindelijk tot stilstand komt, rest een puffende danser, in zijn verdwaasde blik schuilt ongemak. Poirier verlaat de zaal en komt terug met een verstijfd vrouwelijk lichaam dat dwars over zijn armen ligt. Hij zet het neer, kneedt het lichaam in diverse posities tot er langzaam leven in komt. Aan het spannende en verstilde duet voegt Barnett opnieuw geluid toe, zo dwingend echter, dat het subtiele bewegingsspel van beide dansers enigszins raakt ondergesneeuwd.

Ook Retraction van Jasper van Luijk lijdt onder de zwaarte van de muziekcompositie al neemt het muziekgeluid hier minder ruimte in beslag. Van Luijks bewegingen zijn scherp gesneden, als een reeks litho’s komen de beelden voorbij. Elke positie van zijn danstrio is zorgvuldig gezet en dat levert fraaie plaatjes op. De choreografie start meteen met dramatische poses, een ernst die de hele choreografie beheerst. Met veel onderlinge spanning bewegen de drie naar elkaar toe en van elkaar af. Een enkele keer, met name in de duetten of de unisono trio’s, neemt de dynamiek het over. Dat geeft de choreografie lucht. Van Luijks blik op de wereld is helder en bepaald niet vrolijk. Zijn thema, de onbeholpenheid van het menselijk contact, mag nog wat meer lagen krijgen.

Na de pauze zet choreograaf Jan Martens een andere toon. Zes schaars maar kleurig geklede dansers staan uniform frontaal op rij, trekken hun bonte gymps aan en springen keurig gelijk op en neer. Pretty perfect is een choreografie, die doet denken aan het werk van Jonathan Burrows. Met het ritme van de sprongen creëren de dansers muziek, eerst eenvoudig op hun plaats. Later als de groep uiteenvalt, ontstaan er ook complexere ritmes, al blijft de choreografie eenvoudig. Door de inspanningen raken de lichamen van de dansers vermoeid, het zweet gutst van hun lijven. Het uniforme masker wordt ingewisseld voor individualiteit. I am your private dancer… Martens benadrukt het nog eens in zijn illustrerende eindsong.

De drie sterren zijn voorwaardelijk, want ondanks het schetsmatige karakter van de voorstellingen, toont Brand New#3 wel degelijk kwaliteit van interessant choreografisch talent. Dat choreografen kunnen werken met ervaren dansers en coaches is een must, zeker in een danslandschap waar productiehuizen dreigen te verdwijnen. Het is afwachten of de formule overeind blijft na de bezuinigingen en of Conny Janssen haar choreografen dan ook een vervolgtraject biedt. Dat zou mooi zijn.