PLAN Brabant-maker Bram van Helden is al een tijdlang bezig met het bevragen van de centrale positie die de mens inneemt. In het theater, en daarbuiten. Maar in ieder geval in het theater. Ooit zag ik op de zolder van De Nieuwe Vorst een vroege installatie met folie, licht en lucht. Nu, tijdens Festival Cement 2022, gebruikt hij de grote zaal van De Verkadefabriek voor een epische variant: Bram vindt ruimte

Drie grote platte bakken op wielen bevolken de vloer, ongeveer zo groot als de dikke mat in de gymzaal. Aan de rechterkant, plat op de vloer, rust een mengpaneel. Bram van Helden en zijn medeperformers Tom Heintz en Thijn Kolk rennen energiek op, groeten het publiek met een kort knikje van het hoofd, en gaan aan het werk. Ze trekken een bivakmuts over hun hoofden, klikken lampjes op hun voorhoofd, en terwijl Van Helden het bubbelfolie van de bakken haalt en netjes opvouwt, verdwijnen de andere twee uit het zicht.

Gelegen op rolplanken verdwijnen ze alle drie in de donkerte van de onbelichte delen van het toneel – onder, achter of in de bakken, die hooguit vijftig centimeter hoog zijn. En dicht. Het is een totale omkering van de normale gang van zaken in een theatervoorstelling, waarin de spot doorgaans juist op de menselijke speler staat. De drie bakken vangen het licht en worden op onzichtbare wijze aan elkaar gemonteerd. Vanuit een klein gat in de bovenkant komt een hand in zwarte handschoen naar buiten, die centimeter voor centimeter een Japanse strooien vloermat helemaal van links naar rechts begint te schuiven.

En daarna liggen er nog vijf van zulke tatami klaar die volgens een vergelijkbaar traag en zorgvuldig stramien op hun plek schuiven.

Het tempo is rustig, maar gestaag groeit het beeld. Er verschijnt een schuifdeur van houten latjes en rijstpapier, een huisaltaar, een voorraad kachelhout en een achterwand. Maar dat allemaal schijnbaar zonder menselijke tussenkomst. De muur richt zich op, de kamer bouwt zich (ontwerp: Daniëlle van der Kooij). Terwijl je weet dat er drie mensen aan het werk zijn om het allemaal van onderaf of van achterin tevoorschijn te toveren. Heel af en toe rolt er eentje richting mengpaneel om een lichtstand in te schuiven of de soundscape (van Mathijs Leeuwis) bij te stellen. Soms zie je een touwtje, een hand, een gebogen rug naast een lampstatief.

En de vraag is niet of dit theater is, want het gaat zo overduidelijk juist over het theater. Het theater als ruimte. Als ruimte binnen de wereld daarbuiten. Als ruimte waar de afspraak geldt: een drietal houten bakken stelt een Japans huis voor. Met een handvol juiste attributen, het juiste licht en geluid, en de geconcentreerde focus van de makers op de vloer en de kijkers daar tegenover geloven we in dit huis. En geloven we dat dit huis de plek is die een verhaal vertelt. Een verhaal dat zich helemaal als vanzelf in ons eigen hoofd ontrolt.

Foto: Moon Saris