Schrijfster Hanna Kraan overleed al vijf jaar geleden, maar haar beroemde boze heks is nog springlevend. Joske Koning vertelt haar verhalen opnieuw en op het podium illustreert Elze van den Akker ze live met zandtekeningen. Simpel gegeven, prima uitgevoerd.

Het is de heks tegen de dieren, in het bos. Met een achteloos gebaar kan ze iedereen en alles veranderen in een omgekeerde mier of waar ze maar zin in heeft. Daarbij heeft ze ook nog een knorrig humeur, dus je moet voorzichtig met haar zijn: voor je het weet ben je omgetoverd. Maar stiekem houden ze ook wel een beetje van elkaar. Waarschijnlijk een kwestie van blijf met je rotpoten van onze rotheks af.

Het bos is geschilderd aan weerszijden van het achterdoek, met daartussen een open ruimte waarin de tekeningen worden geprojecteerd die Van den Akker aan de zijkant van het podium handig en snel maakt op een glazen plaat. Met een zwierig gebaar gooit ze een zandstormpje over haar werkvlak en dan toveren haar vingers daar een omgevallen eik in, een paar kookpotten, en natuurlijk de haas, de egel, de muis en de uil. Sjablonen helpen soms, en er kunnen zelfs echte mensen als schaduwbeelden optreden.

De heks mag dan de slechte naam hebben, het zijn de dieren die haar toverboek willen stelen. Haas is niet de ideale heksenleerling en maakt verdwijnwater dat zijn vriend de egel in een mini-exemplaar verandert, tovert kronkels in rechte boomstammen en geeft alle konijnen een lichtgroen velletje. Dan heb je de heks weer nodig om de aangerichte schade te herstellen.

Later, als de heks uit het zuiden een wedstrijd wil aangaan met haar plaatselijke collega, verdedigen de dieren hun vertrouwde heks. Ze infiltreren in het andere kamp en zorgen ervoor dat daar de toverdrank mislukt. Eigen heks eerst.

Tooske Ragas monteerde een paar verhalen aan elkaar, Joske Koning vertelt ze en doet dat goed. Ze zingt haar eigen liedjes ook leuk, al zijn de teksten niet opzienbarend. In een langlopende tv-serie gaf Loes Luca eerder de heks een fantastische stem. Haar gekte ontbrak een beetje, net zoals de knorrigheid van de heks (“oei oei oei ik heb de smoor in”). Dat zal een keuze zijn voor de 4+-doelgroep. Misschien was een uur wat lang voor hen, misschien had regisseur Jos Groenier nog voor een afwisselende ingreep kunnen zorgen, maar in het algemeen ging het goed. Wat uit deze voorstelling vooral naar voren komt is dat je niet alle kanten van iemand anders hoeft te waarderen om samen te kunnen optrekken.

De première was in de (goed gevulde) grote zaal van de Koninklijke Schouwburg. Je zou verwachten dat zo’n bak ten koste gaat van de intimiteit, maar dat viel mee, en het is voor kinderen leuk om een verhaal in zo’n mooie theaterzaal mee te maken. Ze zagen er dat het niet alleen mogelijk is om met woorden een wereld op te roepen, maar ook om die ter plekke te verbeelden. Misschien zijn er mensen die vinden dat de beelden in de kinderhoofdjes zelf moeten ontstaan, maar ter plekke zien hoe je kunt vormgeven wat je hoort is ook niet te versmaden. Die eigen fantasie, die komt nog wel.

Foto: Andy Doornhein