Meteen is het spannend en tegelijk magisch bij de dansvoorstelling Bont en blauw door Introdans voor de jeugd. In het gitzwarte toneelbeeld verschijnen armen, benen en voeten die zich draaien als de periscoop van een onderzeeboot. Het zijn eerder abstracte vormen dan echte menselijke ledematen.

Ze behoren bij dansers die aanvankelijk onzichtbaar zijn. De vormen weerkaatsen in een spiegel die schuin staat opgesteld. De dubbeling van vormen die hierdoor ontstaat maakt van Crucible door de Amerikaanse choreograaf Alwin Nikolaïs (1910-1993) een sensationele belevenis. Geleidelijk groeit uit die gefragmenteerde lichaamsvormen de volle gestalte van de dansers.

Crucible maakt onderdeel uit van een meeslepend vijfluik van Nikolaïs dat Introdans samenbrengt. De wereldpremières vonden plaats in de jaren vijftig en de jaren tachtig. Symmetrie, spiegelbeeld en filmprojectie horen bij de signatuur van Nikolaïs. De terugblik van soms meer dan een halve eeuw, zoals Dime in the slot, is verrijkend voor iedereen die in hedendaags ballet is geïnteresseerd. Nikolaïs grijpt terug op een meester als Oskar Schlemmer die, net als hij, kostuums, licht en decor ontwierp met zijn Triadische Ballet.

In het hedendaagse ballet zien we een kunstenares als Lucinda Childs verderwerken in de lijn van Nikolaïs. Tensile involvement (1955) is in dit opzicht een uiterst leerzame en boeiende voorstelling: de dansers zijn aan handen en voeten gebonden aan lange elastieken, breed als linten. Met ongelooflijke precisie en discipline transformeren de dansers dit elastiek tot een levend en vibrerend labyrintisch netwerk van lijnen, vol dynamiek en spanning. In tegenstelling tot meer klassieke balletten kunnen we ons niet identificeren met de dansers, er wordt geen verhaal verteld, de balletten van Nikolaïs zijn pure, wervelende dansmanifestaties.

Twee hedendaagse balletten vullen Nikolaïs virtuoze spel met lijnen en patronen aan. In Short circuit (2009) van Jérôme Meyer en Blue journey (2008) spelen projecties een beslissende rol. In Short circuit verdwijnt de solodanser tot slot in het lege wit van een projectiescherm, nadat hij eerst met enorme spanningsopbouw een dialoog met de beweeglijke projecties op het scherm aanging. Blue journey buit op verrassende wijze de mogelijkheden van videoprojectie uit. De choreografie beweegt zich op twee vlakken. Op het voortoneel vindt de expressieve dans plaats en op het videoscherm erachter is soms de schaduwprojectie van de dans te zien, dus ‘live’, zoals Hans van Manen ooit Life/Live maakte.

Soms lopen die werelden niet parallel, dan weer wel. Dat biedt verrassende perspectieven. Hoewel in Bont en blauw de vorm allesoverheersend is, is het menselijke aspect zeker aanwezig. De choreografieën ontroeren  door het sublieme samenspel tussen abstracte vorm en energieke danskunst.

(foto: Hans Gerritsen)