Kostuums in felle kleuren – turquoise of paars, afgezet met gouden borduursels. Voor de vrouwen wijd uitwaaierend vanaf het middel. Als de stof opwervelt, onthult hij geen blote benen maar broeken. Daarboven de navels van sensueel golvende blote buiken. Dan wordt het weer kuiser: topjes en voiles. Net als voor die ene man, die een lange jas draagt, ook al met een broek eronder.

Even lijkt Bollylicious, dat tijdens Theaterfestival Boulevard in Den Bosch vrijdag zijn Nederlandse première beleefde, een typische Bollywood-compilatie on stage. Vleugjes latino, salsa en andere India-vreemde invloeden verstoren dat beeld. Heel lichtjes; de voorstelling blijft voornamelijk een ode aan vaak eeuwenoude dansen, vooral uit het noorden van India. Zoals het vertellende kathak en kalbeliya, een dansvorm ontwikkeld door Noord-Indiase zigeuners, die hun geld verdienden door cobra’s te temmen en hun gif te verkopen.

Maar de performers zijn vier Vlamingen, uit Gent. Ayla Joncheere, Laura Neyskens, Nakoulou Leblanc en Tom Decuyper, de enige man in het gezelschap dat dezelfde naam draagt als de show. Alle vier dansen zij al vanaf hun twaalfde, grofweg, en raakten zij vanaf die leeftijd in de ban van de Indiase dans. Hetgeen hen niet weerhoudt van stilistische en andere uitstapjes.

Decuyper heeft een eigen dansschool, Pasion Latina, waar hij Cubaanse salsa doceert. Neyskens dolt in flamenco, Leblanc eveneens in salsa, Joncheere is behalve professioneel danseres een uiterst productieve academica, die studeert op de mate waarin en de wijze waarop kalbeliya modernere en niet-Indiase dansvormen absorbeert.

Het viertal van Bollylicious heeft een verbijsterend breed en diep cv. Neyskens danste bij Les Ballets C de la B van Alain Platel, waar ze Sidi Larbi Cherkaoui leerde kennen. Ze danste in Cherkaoui’s Rien de Rien, Foi en Myth. Leblanc studeerde en doceert beeldende ofwel ‘plastische’ kunst, zoals de Vlamingen zeggen. Maar daarnaast traden de vier ook op in, en choreografeerden en coachten zij voor, populaire tv-shows zoals So You Think You Can Dance en Dansdate van de Vlaamse VTM.

Als je zoveel in huis hebt, leer je wellicht alles te relativeren. Want Bollylicious is niet overladen met lagen en betekenissen. Integendeel. Het is een lichtvoetige, elegante, af en toe geestige show, die ons Nederlanders, meestal niet gehinderd door veel kennis van de Bollywood-cultuur, als zeer Indiaas voorkomt. Dat is hij zeker: de Vlaamse groep is populair in India zelf, en mocht optreden tijdens een bezoek aan België van de Indiase premier Narendra Modi.

En toch ook weer niet. Welke Indiase danseres grijpt live haar borsten vast om ze eens stevig te herschikken, zoals Leblanc in Bollylicious? Wie weet. De Indiase dans-, film- en musical-cultuur is veel rijker en diverser dan ons bordkartonnen beeld van Bollywood. De naam van de show refereert aan de Indiase filmindustrie in Mumbai, die al veertig jaar geleden het grote voorbeeld uit Californië voorbij stak als de grootste ter wereld. Wij kennen Bollywoodfilms als musicals, met veel zang en dans. We zijn allang vergeten dat Indiase regisseurs in de jaren vijftig films maakten als Neecha Nagar (1946), die grote prijzen wonnen in Cannes.

Neecha Nagar was gebaseerd op een verhaal van een Hindoe-schrijver, die zich op zijn beurt had laten inspireren door Nachtasiel van Maxim Gorki. Hollywood baseert veel van zijn films, zoals Baz Luhrmann zijn Moulin Rouge!, op de beste ideeën uit Bollywood, waar de Amerikaanse kopieën weer inspireren tot Indiase kopieën-van-kopieën. Krek de reïncarnatie waar de Hindoes in geloven.

De Hindoestaans-Indiase danstraditie gaat terug tot de Natya Shastra, een canon die de Hindoe-god Brahma een wijze zou hebben ingefluisterd. De Natya Shastra omvat pathya (woorden), abhinaya (gebaren), geet (muziek) en rasa (emoties). Musical avant la lettre, eigenlijk. Vandaar Bollywood zoals wij het denken te kennen. De Indiase dansers uit deze traditie vertellen altijd een verhaal, maar dan vrijwel uitsluitend via gebaren en gezichtsexpressies. Hun doel is ook bij hun toeschouwers zichtbare rasa op te wekken.

De vier Vlamingen in Bollylicious beheersen dat model tot in hun tenen en vingertoppen. Zij mixen hun ‘Indiase’ dansen wel met salsa en andere westerse elementen, maar de rijke Indiase traditie blijft altijd overheersen – althans, in onze onwetende westerse ogen. Voor zover zij een verhaal vertellen, is dat meestal de klassieker ‘man probeert vrouw te versieren’.

De man legt het bijna altijd af, en begint dan lief lachend en dansend aan de volgende poging. De vrouwen plagen hem, maar heel lief en zachtaardig. Van wederzijdse vernedering of verbittering is geen sprake. Het is allemaal even onschuldig en etherisch. Grappig ook, vaak, zoals wanneer een duet van een liefdespaar plotseling ontaardt in een rondje fitness. Adam en Eva 2.0, in een Hindoe-paradijs.

Om misverstanden te voorkomen: Bollylicious is niet braaf of onbenullig. Onschuldig, dat wel. Het is eros gehuld in schoonheid – de even complexe als vloeiende handgebaren, de zijwaartse bewegingen van het hoofd, die elastieken navels, de fraaie kostuums – en in kuisheid – die broeken, en hoe man en vrouwen hooguit even vluchtig elkaars lippen raken. Het kan dus ook zonder hartstochtelijke ruzies en stomende seksscènes.

Bollylicious is een les in Oosterse subtiliteit en formaliteit. Gebracht door vier Europeanen. Ongelooflijk, welbeschouwd, dat deze vier dat voor elkaar hebben gekregen.