Een vrolijk, pittig elfjarig meisje van kleur, dat blij is dat er bij de Spice Girls naast die blonde en rode zangeres ook iemand van kleur rondloopt. Natuurlijk wil zij op school Scary Spice zijn. Na school fijn door het winkelcentrum dwalen met twee euro op zak die ze van haar vader heeft gekregen. Dat is een hoop snoep. En dan gaat het fout, echt helemaal fout.

Als elfjarige kon zij zich helemaal uitleven en vinden in de Spice Girls-tekst: ‘Yo, I’ll tell you what I want, what I really, really want’, maar na haar elfde wist ze absoluut niet meer wat ze wilde. In Bloodscent van auteur en regisseur Gavin-Viano worstelt een volwassen vrouw met het trauma dat zij als jonge tiener opliep. Zij raakt de geur van bloed van haar gewelddadige ontmaagding maar niet kwijt. Haar voorouders, die haar op haar levenspad begeleiden, krijgen geen grip op de vrouw, omdat ze geen manier weet te vinden om de demonen uit haar jeugd recht in de ogen te krijgen en naar buiten toe open te zijn over wat er is gebeurd. ‘Cuz’ ain’t nobody got time for that, right?’ Haar vader, door wie zij wordt opgevoed na het vertrek van haar moeder, weet de signalen dat zijn dochter gruwelijk in de knoop zit, niet op te pikken.

In de Engelstalige voorstelling komen een paar Nederlandse woorden voor, zoals ‘eigen risico bij ziekteverzekering’, die men thuis niet kon betalen, en ‘potloodventer’, die haar wel fascineerde. Maar het woord dat hoofdpersoon Jennely (Princess Isatu Hassan Bagura) in het Nederlands het meest beklemt is ‘huidhonger’, want daar kan ze zich na haar traumatische jeugdervaring niets positiefs meer bij voorstellen. Zal zij daarom ooit kunnen trouwen?

Zij switcht tussen actrice en persoon als zij stelt dat zij een poging waagt om haar geestelijke gezondheid te herwinnen met een volle zaal als therapeut, ‘want professionele hulp is duur.’ Zij probeert het publiek in de sfeer te krijgen door iedereen de ogen te laten sluiten en terug te laten denken aan de tijd toen men elf jaar was. Dat is een wat gekunstelde en eigenlijk ook een tot mislukken gedoemde manier om een diepere band met het publiek te krijgen. Dat lukt daarentegen wel door haar zowel verpletterende als innemende vertelkunst. Dat is de in Sierra Leone geboren Princess Isatu Hassan Bagura (1998) wel toevertrouwd, zoals we al hebben kunnen merken in haar performance Mambo, die eerder dit jaar te zien was als onderdeel van Likeminds Bedankt!

Vorig jaar studeerde zij af als performer aan de Toneelacademie in Maastricht. In Mambo, met West-Afrikaanse vodun-rituelen (voodoo), vertelde ze wat de verhuizing op jonge leeftijd van Sierra Leone naar Nederland met haar ziel heeft gedaan. De band met voorouders, waar het in die religie om draait, speelt ook in Bloodscent een belangrijke rol. We zien de drie overleden levensgidsen als witte verschijningen (gespeeld door Sharifa Smith, NØËL en Cèlion Kerk) in een mysterieus wit doekdecor dat alle kanten op zwaait en waait. In combinatie met de bijzondere belichting (Wes Broersen), waardoor de vertelster soms in een gevangenis lijkt te zijn beland of zich in de schaduw probeert te verbergen, levert dat een magisch en soms beklemmend mooi beeld op.

Dat beklemmende gaat naar een driedubbele climax om tot de genezing van lichaam en ziel te komen. Eerst schreeuwt zij hartstochtelijk over wat een roofdier is en dat je als slachtoffer van een roofdier het ook zelf kan worden,  later slaat zij met 56 zweepslagen (het aantal dagen van misbruik) als een extatische exorcist de pijn van de herinnering eruit, en tot slot volgt een wilde, maar bloedmooie dans van redemption, de verlossing.

Het zal tot aan het onverwacht zakelijke slot van de voorstelling vaag blijven, wie er nou precies verantwoordelijk is voor het seksuele geweld. Dan krijg ook de Nederlandse overheid een veeg uit de pan. En dan lopen we natrillend de zaal uit.

Foto: Bas de Brouwer