‘Zijn jullie verloofd?!’, vraagt de Groothertogin van Monteblanco op dwingende toon als ze haar zoon Philippe in bijna-omarming aantreft met Susan. ‘Moeder!, we kennen elkaar nét vijftien minuten’, kreunt Prins Philippe met rollende ogen. Meer dan lang genoeg vindt mama, in adellijke kringen is het juist regel dat je elkaar niet kent voor je in het huwelijksbootje stapt. ‘Als dat wel zo zou zijn, zouden er verdraaid weinig huwelijken worden gesloten.’ Het libretto dat Paul Dehn schreef voor A Dinner Engagement van Lennox Berkeley zit vol van dit soort snedige observaties. Deze worden door de zangers van De Nationale Opera Academie met verve over het voetlicht gebracht.

In deze kostelijke eenakter doen graaf en gravin Dunmow er alles aan een goede partij voor hun dochter aan de haak te slaan, om zo het familievermogen weer wat op te krikken. Dit is zodanig geslonken dat ze zelf in de keuken staan om een maaltijd te bereiden voor de superrijke groothertogin en haar zoon. Uiteraard gaat er van alles mis tijdens het koken: diverse malen stijgen vervaarlijke rookwolken op uit het fornuis. Bovendien heeft dochter Susan bepaald geen zin in een opgedrongen verloving met de fatterige Philippe.

Wanneer hij een gepekelde walnoot uit een weckpot vist en met een vies gezicht onmiddellijk uitspuugt voegt ze hem snibbig toe: ‘I pickled them myself!’ – ‘I don’t doubt it’, riposteert hij, ‘maar er zit een ons te veel mosterd in.’ Om haar gelijk te bewijzen grijpt Susan naar het kookboek en leest het recept voor. Oeps, ze blijkt het inderdaad verkeerd geïnterpreteerd te hebben. Maar zoals dat in romantische komedies gaat komen Susan en Philippe juist door hun gekibbel nader tot elkaar. Zo wordt de dubbele betekenis van de titel recht gedaan – het dinerafspraakje draait alsnog uit op een verloving, waarop alle protagonisten elkaar dankbaar in de armen vallen.

A Dinner Engagement heeft een geweldige vaart, waarbij regisseur Robert Chevara muziek en handeling fraai met elkaar weet te verbinden. De ingehuurde hulp Mrs. Kneebone verontschuldigt zich omstandig omdat ze de verkeerde ingang nam. Ze had de piepkleine voordeur (rinkelend belletje) aangezien voor de veel grotere achterdeur (geklop op een woodblock). Peper- en zoutmolens worden aangedraaid op het ritme van de muziek, courgettes worden luidruchtig gehakt met vlijmscherpe messen.

Dirigent Tom Goff voert het ensemble van studenten van de conservatoria van Amsterdam en Den Haag trefzeker door de levendige partituur. Geregeld neemt hij zelf plaats achter de piano om met goed getroffen akkoorden de situatie te onderstrepen. De zangers zijn zonder uitzondering uitmuntend en blijken bovendien rasacteurs, met een perfecte timing. De bariton Peter Rolfe Dauz heeft als graaf Dunmow de lach aan zijn kont hangen met zijn voortdurende geworstel met een slecht zittende pruik. De sopraan Marion Dumeige zet met fladderende gebaartjes zijn lekker stuntelige echtgenote neer.

Adanya Dunn is een al even geestige Mrs. Kneebone, die verveeld snoept van de uitgestalde groente en met subtiele oogopslag commentaar levert op de handeling. Judith Weusten is met haar volle sopraanstem een heerlijk kittige Susan en de Belgische mezzo Linsey Coppens is subliem als arrogante Groothertogin. Gabe Clark is meesterlijk als haar minstens even verwaande, maar diep in zijn hart zachtmoedige zoon Philippe. – Bij het slotapplaus trekt hij met een liefdevol gebaar nog even het pruikje recht van zijn toekomstige schoonvader. Het publiek beloont cast en musici met ovationeel applaus en gejuich.

Voor de pauze klonk aanzienlijk minder bijval voor de pocketversie van Blond Eckbert van Judith Weir. Het is een duister sprookje over Berthe (een uitstekende Serena Pérez) die een groot geheim bewaart voor haar echtgenoot Eckbert (een prima Einar Þór Guðmundsson), deels verteld door een vogel (de sopraan Helena Konings) aan een hond (een schitterende zwijgende rol van Chris Chamoun). Het duivelse personage Walther (een zichzelf overschreeuwende Zachery Vandermeulen) wordt door Eckbert gedood, maar staat weer op in andere gedaantes.

Walthers verschillende, mysterieuze dubbelrollen laten het publiek in verwarring achter: gaat het hier over incest, overspel, gebrek aan ouderlijke liefde, armoede wellicht? Het blijft in nevelen gehuld, maar dat kan de uitvoerders niet worden aangerekend. Jammer wel dat dirigent Fergus McAlpine zijn musici niet weet te inspireren tot een vlammende uitvoering. Weirs muziek klinkt wat non-descript en eenvormig. Zij wordt bovendien ontsierd door intonatieproblemen en het aanhoudend luide niveau dat de zangers overstemt.

Maar eerlijk is eerlijk: deze double-bill vormde een beetje een ongelijke strijd. Het duistere sprookje naar het gelijknamige verhaal van Ludwig Tieck is met zijn onnavolgbare libretto moeilijker te ensceneren dan de luchtige zedenkomedie van Berkeley. Hulde aan DNOA dat ze deze uitdaging toch zijn aangegaan, het is belangrijk dat studenten ervaring opdoen in uiteenlopende genres en stijlen.

Foto: A Dinner Engagement, Jan Hordijk