Geen besloten bar in het Amsterdamse Hilton Hotel, maar een weids landschap in de Flevopolder waarin kunstenaar Piet Slegers Aardzee (1982) heeft ontworpen, een land art-kunstwerk van licht golvende, groene heuvels die de golven van de voormalige Zuiderzee symboliseren.

Hier speelt Theatergroep Suburbia de voorstelling Blind date, naar de gelijknamige film van Theo van Gogh uit 1996 met toentertijd in de hoofdrollen Renée Fokker en Peer Mascini. In de bewerking en regie van Julia Bless krijgt het filmverhaal een gevoelige toonzetting, vooral veroorzaakt door superemotionele melodieën en liederen uit diverse bronnen: Cent mille chansons en Un jour, un enfant van Frida Boccara klinken, tal van andere Franse chansons en de tere muzikale lyriek uit de Spaanse film Hable con ella.

De voorstelling opent met de energieke Marcel die als barman witte tafels en stoelen, in de vorm van abstracte kubussen, rondom in het landschap plaatst. Hier creëert hij speels en inventief de ruimte waarin het allemaal gaat plaatsvinden. De blind date uit de titel is een gespeelde blind date. Een man en een vrouw hebben bij een auto-ongeluk in Frankrijk hun dochtertje Annabel verloren. Hun liefdeslieven is eraan kapotgegaan. Met behulp van contactadvertenties en in erotisch opzicht spannende ontmoetingen moet de passie weer opgloeien. Met Mirjam Stolwijk als Katja en Hylke van Sprundel in de rol van Pom krijgt deze toneelversie een betekenis die sterk aan het werk van Harold Pinter doet denken, vooral aan diens De minnaar, waarin een man en vrouw dankzij seksuele rollenspelletjes nieuwe liefde genereren.

Blind date heeft een strak stramien: telkens ontmoeten de man en de vrouw elkaar in een nieuwe entourage, fantasierijk vormgegeven door Marlies Schot en belicht door Reinout Hofman. Een contactadvertentie brengt hen tot elkaar met elke keer een andere invalshoek: journalist zoekt agressieve vrouw, blinde man zoekt ziende vrouw, man zoekt vrouw als substituut voor zijn dochtertje, vrouw zoekt man om kunst en natuur te delen. Op de achtergrond speelt een wit engelachtig wezentje een cruciale rol; zij is het omgekomen meisje dat vanuit het dodenrijk de strijd tussen haar ouders gadeslaat. Dat levert indringende scènes op, zoals die waarin de man een foto van het dochtertje van Katja verbrandt. Dan zegt het meisje, bij de première gespeeld door Claartje auf dem Brinke: ‘Nu verbrandt papa weer een foto van mij.’

Dat de man zegt goochelaar te zijn, illusionist, roept bij de vrouw herkenning op: hé, toevallig is haar vader ook illusionist. Het is goed gekozen van de regie om dit goochelaspect te benadrukken, want de hele voorstelling is feitelijk een amoureuze goocheltruc. Mirjam Stolwijk in de rol van Katja weet prachtig elke transformatie uit te beelden, zelfs zichtbaar op het toneel. Twee staartjes in het blonde haar, een wapperend rokje en kijk, daar staat een dochtertje voor de man. Zij toont in elke scène uit hoeveel vrouwen één vrouw kan bestaan. Die veelkantigheid is het geheim van Blind date, alsof je niet bent wie je bent, maar wat anderen van je maken en in je willen zien. Hylke van Sprundel als Pom zet zijn bijrol als goochelaar voort in zijn serieuze rol, waardoor de grens tussen ernst en spel, tussen fictie en werkelijkheid, nog meer onder spanning komt te staan.

Toch is de inzet van de voorstelling niet helemaal duidelijk: wat willen Julia Bless en de spelers ons vertellen, meer dan de film al deed? Een film die in zijn thematiek en dramaturgie toch al heel toneelmatig is. Deze Blind date is getrouw, heel fraai gedaan en krachtig gespeeld. De locatie is, hoe fraai en sfeervol ook, niet een dwingende toevoeging aan het stuk. Met de betekenis van Aardzee wordt niets gedaan, tenzij de suggestie wordt gewekt dat we ons op de zeebodem bevinden, samen met het dode meisje. Maar zij is niet verdronken. Aan het slot heerst de suggestie dat de spellocatie het dodenrijk is, nadat zowel Katja als Pom zichzelf heeft gedood en beiden voorgoed terug zijn bij Annabel. Het rollenspel is mislukt, de liefde is niet hervonden. Gedrieën lopen ze dansend en zingend het speelveld af, een dochtertje met vader en moeder. Onderwijl zingt Boccara Cent mille chansons. Het slot is ontroerend en aangrijpend, en toch ook net té ontroerend aangezet.

Foto: Claudia Kamergorodski