Of ze in een komedie spelen? Daar hebben de personages in Blauwdruk voor een nog beter leven zelf ook zo hun twijfels over. Geestig is de voorstelling in elk geval wel. Maar onder de spitsvondige dialogen en de ironie schuilen ook een paar ongemakkelijke vragen. Blauwdruk voor een nog beter leven is voor het Nationale Toneel geschreven door Ilja Leonard Pfeijffer die zich voor het stuk liet inspireren door Design for living (1933) van de Engelse auteur Noël Coward.

Otto, Leo en Hilde zijn drie kunstenaars van in de dertig op zoek naar een manier om te slagen in de kunst en in hun liefdesleven. Ooit woonden ze samen in Genua, maar hadden geen succes in hun werk. Nu wonen Otto en Hilde samen in Amsterdam. Otto de kunstschilder houdt vast aan wat hij zijn artistieke principes noemt. Financieel zit hij vrijwel aan de grond. Van Leo die naar Amerika is vertrokken, hebben ze al een tijdje niets meer gehoord. Gelukkig voor Otto krijgen hij en Hilde steun van Leo’s broer Ernst, die een glanzende carrière als bankier heeft gemaakt.

Terwijl Otto en Leo proberen hun ideeën te realiseren, groeit bij Hilde het verlangen naar een ‘normaal’ leven, met wat meer zekerheid en aandacht van haar geliefde. Maar bij welke van de drie mannen ze haar geluk ook zoekt, ze vindt het bij geen van hen. Van haar dromen komt niets terecht en daar lijkt ze aan onderdoor te gaan. In deze vierhoeksverhouding voelt ze zich als in een toneelvoorstelling waarin ze meegesleept wordt in een rol waarin ze niet wil zitten. Wat zij nodig zegt te hebben is een blauwdruk voor een nog beter leven.

Otto en Leo zijn maar al te bereid hun artistieke principes in te ruilen wanneer dat financieel succes oplevert. En wanneer dat succes uitblijft verschuilen ze zich weer achter hun principes. Hun opportunistische geworstel met de vraag in hoeverre ze hun principes opzij moeten zetten voor commercieel succes schetst Pfeijffer met fraai verbaal vuurwerk. En voor zover ze dat zelf al niet doen is topbankier Ernst, de tegenpool van beide kunstenaars, alleszins bereid om in sarcastische bewoordingen hun geschipper aan de kaak te stellen.

Pfeijffer stelt in deze voorstelling relevante vragen over integriteit en succes. Die thematiek mag dan schrijnen, ze wordt met ironie gepresenteerd door personages die allesbehalve op hun mondje zijn gevallen. De acteurs van het Nationale Toneel, geregisseerd door Johan Doesburg, kunnen prima uit de voeten met Pfeijffers knappe dialogen. Vooral Jeroen Spitzenberger als theatermaker Leo die na zijn mislukte commerciële project in Amerika, alleen nog gesubsidieerde voorstellingen maakt waar geen hond naartoe komt. Hij verschuilt zich met aanstekelijk sarcasme achter zijn ‘artistieke autonomie’. Anniek Pheifer speelt een overtuigende Hilde die geen vat krijgt op haar leven tussen de drie mannen en vastloopt. Betty Schuurman vertolkt knap een intrigerende rol als de moeder van de broers Ernst en Leo. Ze benadrukt het gevoel van de personages dat ze in een toneelvoorstelling zitten waar ze zelf de regie niet over kunnen voeren. Een laag in de voorstelling die misschien wat al te veel nadruk krijgt.

Blauwdruk voor een nog beter leven is, hoewel het end niet al te happy is, een aanstekelijke en geestige komedie.

Foto: Kurt van der Elst