‘Je moet lekker gebruikmaken van het feit dat je Marokkaans bent, zolang het nog kan’, zei een bekende van theatermaker Fadua El Akchaoui onlangs tegen haar op straat. Het is namelijk ‘in’: diversiteit en inclusiviteit vieren hoogtijdagen. Of ja, die indruk schijnt gewekt te zijn. Samen met Sheralynn Adriaansz onderzoekt El Akchaoui in de Fringe-voorstelling Black Privilege wat het effect is van het diversiteitsdebat op hun werk en leven. Het levert een bij vlagen grappige en bij vlagen bijtende voorstelling op.

In het begin wordt er vooral ingezet op de bekende clichés. Met de nodige ironie benoemen Adriaansz en El Akchaoui al hun ‘privileges’ ten opzichte van witte mensen: ze kunnen harder lopen, beter zingen, zijn beter bestand tegen de zon en kunnen makkelijker zwarte piet spelen. Adriaansz heeft haar roots in Tanzania en Suriname, El Akchaoui in Marokko – en dat heeft hen de laatste jaren een aantal mooie theaterrollen en televisieoptredens opgeleverd, stellen ze. Bergen subsidie en lovende recensies – allemaal black privilege.

De scènes waaruit deze montagevoorstelling bestaat zijn uiteenlopend: variërend van een illuster ritueel waarin het hoofd van Barbie tot zwart plastic wordt omgesmolten, een stukje publieksinteractie, een pijnlijk veelzeggend kostuumchangement tot dialogen waarin de voorstelling zelf ter discussie wordt gesteld. Want kan er voor de identificatie van het voornamelijk witte publiek, niet eigenlijk beter ook een wit persoon in de voorstelling meespelen?

Gaandeweg overstijgt de voorstelling de ironie en wordt het echt spannend. ‘Je bent te wit om zwart te zijn’, zegt Adriaansz tegen El Akchaoui. Die riposteert: ‘Jouw buitenkant matcht niet bij jouw binnenkant. Je bent te zwart om wit te zijn.’ Waar de een steeds moet kiezen tussen wit of zwart, heeft de ander überhaupt niet eens de keuze.

Black Privilege is op zijn sterkst als de makers op hun persoonlijkst zijn. Uiteindelijk concluderen ze dat zwarte mensen vooral heel erg verschillend van elkaar zijn – daarin zijn we allemaal hetzelfde. De voorstelling is onverwacht scherp maar nergens belerend, pretendeert geen antwoorden of oplossingen in zich te dragen, maar stelt wel aan de kaak dat we er nog lang, lang niet zijn – zowel in de maatschappij als in de theatersector niet.

Foto: Casper Koster