Aan de buitenkant lijken ze het perfecte koppel – angstaanjagend perfect eigenlijk. Het stel omschrijft zijn eerste ontmoeting met haar familie als een gelukzalige kerstavond. Haar hele familie, inclusief haar ‘little baby sister’, zat lachend en drinkend aan het kerstdiner. Die schijn van perfectie blijkt al snel een enorme façade. 

B&K 4ever is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van het jonge Canadese stel Paul Bernardo en Karla Homolka (gerepresenteerd door Marius Mensink en Tessa Friedrich), dat nog geen drie maanden samen is als ze beginnen aan een reeks gruwelijke verkrachtingen en moorden.

Na zijn eerdere voorstellingen A Thing of Beauty en Dahmer Syndrome onderzoekt de Noorse regisseur Øystein Johansen ook hier hoe het menselijke instinct zich verhoudt tot zijn drang naar wreedheid. Resultaat is een zeer broeierige montage, een haast hallucinante ervaring die in het kleine uur dat de voorstelling duurt onder je huid kruipt.

Zo is er halverwege ineens een bizarre scène waarin Mensink Friedrich voortdurend optilt, over zijn schouder smijt en op de grond laat vallen. Zij laat het gebeuren, in totale overgave. Tegelijkertijd lijkt ze ook te genieten van deze totaal afhankelijke willoosheid. Hij raapt haar voortdurend van de grond, tilt haar op, put zich uit. Bij wie ligt hier de eigenlijke macht?

Centraal zet Johansen de drang van deze mensen om de waarheid naar hun eigen hand te zetten, als een vorm van het ultieme uitoefenen van macht. Midden op de speelvloer is een klein vierkant afgebakend, als een soort cel, waarin een jong meisje met haar rug naar ons toe zit en waar een handcamera op gericht staat. Soms kruipt een van hen erbij, dicht tegen het meisje aan, om vervolgens de film terug te spoelen en weer bijna perfect na te spelen.

Ook in het verhaal over die bewuste kerstavond – dat als een rode draad door de etude loopt en regelmatig, steeds met nieuwe informatie, terugkomt – zijn sommige details net niet helemaal kloppend. Legde hij een hand op haar schouder of een jas? Ogenschijnlijk een klein verschil, maar het zet hun hele geloofwaardigheid op het spel. Voor hen van levensbelang dus.

De scènes waarin de twee als in een politieverhoor hun verhaal scherpstellen, en de videocamera-scènes in de doorzichtige cel, waar flarden uit Shakespeares Venus & Adonis doorheen klinken, zijn terugkerende lijnen in deze fysieke montage. Mensink en Friedrich zijn fysiek zeer sterke spelers en hebben bovendien een minutieus gecontroleerde tekstbehandeling. Dat maakt ze behoorlijk angstaanjagend. Voor wie niet bekend is met de daden van dit koppel, ontvouwt zich gaandeweg wie het meisje in de cel is.

De kracht van deze performance is dat Johansen nergens expliciet wordt. Met het stel en hun gruwelijke daden in zijn achterhoofd, onderzoekt hij de mechanismes van macht en onderdanigheid – de anekdotiek is daarbij van minder belang. Het is jammer dat de broeierige sfeer vanaf de eerste scène tot aan de laatste nauwelijks verandert. In hun schijnbare perfectie aan het kerstdiner zijn deze twee personages even angstaanjagend en weerzinwekkend als in de cel met hun slachtoffer. Voor de dynamiek van het geheel, en daarmee voor de spanning van de kijkervaring, miste ik daarin wel een bepaalde grilligheid.

Foto: Bart Grietens