‘A hot female who’s skin color is neither white nor black but instead is NATURALLY tanned. They usually live at the gym and also have that exotic look to them.’ Het is de definitie van ‘beige bitch’ in de Urban Dictionary. De enscenering van Beige Bitch doet vermoeden dat  de Duitse performer Nima Séne het lemma zelf heeft geschreven, of het in ieder geval heilig volgt.

Het podium is gevuld met ananassen en bananen (een verwijzing naar het exotische?) en een loopband (een verwijzing naar de sportschool). Séne draagt een broekpak (kostuums: Sabrina Henry), opengeknipt om hun[1] billen te onthullen en een geknoopte panty op hun hoofd als een lange staart. Alles op het podium is zonder uitzondering beige, van de loopband tot de Baileys die Séne uitdeelt aan het publiek. Zo is deze voorstelling een ode aan de kleur beige, de huidskleur van Séne.

De voorstelling wordt aangekondigd door spoken word artiest Princess Bangura, die in een knalgroene bontjas op het podium staat als een gospelpriesteres van de moderne tijd. Haar religie is feminisme en black empowerment. ‘The world is my battlefield and expectations of modern times are my enemy.’ Het is een krachtig voorprogramma, Princess pakt het publiek in met haar donderpreek-achtige manier van spreken.

Die preek is vrij sober en duister, en draait om taligheid. Wanneer Séne opkomt, slaat de sfeer volledig om. Hun personage Beige B*tch blijkt een over de top influencer met grootse sterallures. Afwisselend zien we haar op het podium en haar vlogs op een projectiescherm. Met grote sieraden, een zonnebril en een dikke laag make-up doet ze denken aan een Kardashian, maar ze refereert ook aan Oprah Winfrey wanneer ze, vol enthousiasme, drank en karameltoffees uitdeelt aan het publiek.

Met veel humor en publieksparticipatie onthult ze de beige ’teint van de week’ en zet ze vervolgens direct een schrijnende kwestie neer in een luchtig ‘who wore it better?’-segment. Daarin zet ze Kameroense, zwarte popzangeres Dencia, die een huidproductenlijn ontwikkelde om zwarte huid lichter te maken, tegenover het witte, Duitse model Martina Big, die met injecties haar huid donker kleurt.

Met verschillende videofragmenten (gemaakt in samenwerking met Daniel Hughes) en een grote dosis humor snijdt Séne zo steeds kwesties van een racistisch schoonheidsideaal, kolonialisme en culturele toe-eigening aan. Hun maakt de sfeer in de zaal met plezier ongemakkelijk door bijvoorbeeld een wit meisje uit het publiek te halen, haar ‘Becky’ te noemen en te laten twerken. Ook een videofragment waarin Beige B*tch de ‘cultural ambiguity’-award wint, is confronterend en interessant, vooral doordat de drie deelnemers uit China met witte opera make-up genegeerd worden door de host, maar er tussendoor een parfumreclame speelt waarin een bijna lichtgevend witte man te zien is.

In discussies over racisme wordt vaak aangehaald dat zwarte mensen met een lichtere teint meer worden gerepresenteerd in de media en dichterbij het westers schoonheidsideaal liggen dan zwarte mensen met een hele donkere huidskleur. Dit is een (terecht) argument om aan te kaarten dat er meer spreekruimte moet worden gegeven aan mensen met een hele donkere teint.

Séne laat echter de andere zijde van dit fenomeen zien: als iemand met een beige huid wordt hun uiterlijk geseksualiseerd en toegeëigend door witte mensen. Séne zal, zoals hun zelf al noemde in een interview met het Britse theaterplatform The Stage, nooit gezien worden als wit, maar mensen zouden ook niet direct Afrikaanse wortels aan hen toedichten. Beige zal een huidskleur blijven waarbij je altijd je paspoort moet laten zien, omdat niemand direct kan raden waar je vandaan komt.

Het sterkst zijn dan ook de momenten dat Beige B*tch contact zoekt met haar voorouders, die een donkerdere huid hadden dan zij. Ze spreekt een voormoeder aan onder de naam maam (wolof voor grootmoeder en voorouder), die haar geleerd heeft om trots te zijn om zwart te zijn. Haar huidskleur en die van haar moeder staan op gelijke voet, zo spreekt haar moeder haar streng toe. De een mag nooit beter zijn dan de ander. Ze mag bovendien niet twijfelen aan haar identiteit. ‘Resist the notion of being in-between. I am darkness.’ Maar door te verwijzen naar hun voorouders stelt Séne ook de vraag: hoe kun je je identificeren met een uitgewiste geschiedenis?

Séne weet de gevolgen van kolonialisme heel sterk te duiden, door persoonlijke anekdotes steeds in het grotere perspectief van hun voorouders te plaatsen. Het is heel knap hoe hun de humor van zo’n compleet over de top personage als Beige B*tch weet in te zetten om het publiek volledig mee te nemen, maar steeds net niet op hun gemak te laten voelen. Zo blijf je bij Beige Bitch op het puntje van je stoel, met een steeds afwisselend gevoel van empowerment en verwarring.

Foto: Daniel Hughes


[1] Séne identificeert zich als womxn en gebruikt de voornaamwoorden hun/hen. Omtrent het personage Beige B*tch worden de voornaamwoorden zij/haar gebruikt.