Voor Beethoven was zijn doofheid ongetwijfeld een vloek, voor de muziekgeschiedenis een zegen. Met deze invalshoek zou je kunnen kijken en luisteren naar het theaterconcert Beethoven Lost in Silence onder artistieke leiding van altviolist Esther Apituley.

Rondom Beethovens legendarische doofheid brengt Apituley een associatieve voorstelling met tekst van Ko van den Bosch en in de regie van Saskia Mees. Verwacht geen realistische weergave van een gekweld kunstenaar die alle compositorische regels van zijn tijd doorbrak en een geheel nieuw, fascinerend en rijk idioom creëerde. De uitvoering is onconventioneel, soms zelfs surrealistisch met ondoorgrondelijke diepten. Zoals Beethovens muziek dat is.

Vanaf ongeveer 1820 kwelde doofheid de meester, zeven jaar voor zijn dood op 56-jarige leeftijd. Zijn late strijkkwartetten behoren echter tot een monument binnen de muziek, een hooggebergte. Hierin voerde hij radicale vernieuwingen door, wat in de vastgeroeste Weense muziekcultuur vol schnabbelaars niet vanzelfsprekend was. De musici legden de accenten niet of verkeerd. Tijdens de voorstelling roept Beethoven, gespeeld door de van een pruik voorziene acteur Thomas de Bres, woedend uit: ‘Ik moet de partituur in jullie huid tatoeëren, dan zullen jullie het nooit vergeten.’

Evenals in eerdere voorstellingen van Apituley over de grote componisten, zoals Bach en Vivaldi, bestaat Beethoven Lost in Silence uit een collage van sketches en muzikale scènes. Op het betrekkelijk lege podium staat een vleugel en achterin een glazen kom vol water met lichtpunten erin die meebewegen en meegolven op de muziek.

De piano, door Victor Lange, begeleidt in mooi samenspel altviool, viool en cello. Reza Namavar componeerde op inspiratie van Beethoven een nieuw partituur, waarin we flarden van de late en dus dove Beethoven herkennen, maar de muzikale lijnen zijn verweven met moderne muziekstijlen. Dat zorgt bij de luisteraar tot een soort puzzel: is dit wel, is dit niet Beethoven?

Een vondst is om de dove danser en acteur Ali Shafiee de gehele uitvoering door als een schaduw van de dove Beethoven te laten optreden, naar een choreografie van Pim Veulings. Hij drukt in dans en gebarentaal de tekst van Van den Bosch uit en kijkt vol verwondering naar de muziekinstrumenten, die hij niet kan horen. Hij geeft met zijn spel beeld en betekenis aan doofheid.

Als toeschouwer besef je dan des te sterker welk een voorrecht het is wél te kunnen horen en muziek te mogen beluisteren. De kostumering (Elian Smits, Eva Kammer) heeft een sterk symbolische betekenis: in het eerste deel is iedereen zwart gekostumeerd met knalwitte schoenen. Als Beethovens doofheid eenmaal is doorgebroken, verwisselt men het zwart voor het stralend wit. Beethoven gooit zelfs zijn pruik af. Dit kunnen we niet anders interpreteren dan dat de componist zich bevrijd voelt.

En zo speelt De Bres hem ook: Beethoven heeft het menselijke gehoor niet meer nodig, hij is als God zelf die van de Big Bang, de Oerknal, een compositie maakt. In vertellende vorm maakt Apituley dat de toeschouwer duidelijk: God schiep weliswaar de wereld, maar er heerste vooral stilte. Toen kwam Beethoven. En die schiep een muzikaal universum van ongekende klasse.

Eenvoudig of makkelijk toegankelijk is Beethoven Lost in Silence niet. De teksten van Van den Bosch hebben een grote mate van grilligheid, schieten weg in complexe associaties en bestaan soms uit niets dan woordklanken, om Beethovens slechte gehoor te illustreren.  De meeste houvast biedt de muziek van Namavar die ook zijn muzikale grenzen opzoekt, bovendien prachtig gespeeld.

Foto: Kamerich & Budwilowitz