Eerder dit seizoen maakte HNTjong met Revolutions een adembenemende voorstelling die aanvoelde als een dystopische game. Die voorstelling werd gemaakt voor twaalfjarigen en ouder. Met Heidi Pippi Sissi Ronnie Barbie maakt Eva Line de Boer een even overweldigende ‘prequel’ voor iedereen vanaf tien jaar, met als uitgangspunt Heidi. (meer…)
Groepsdruk, straatcultuur en voortdurend om aandacht schreeuwende social media wisselen elkaar af in de levendige jongerenvoorstelling Beef.
Als acteur Barry Emond een bril opzet, dan speelt hij een vader. Het in partjes over de voorstelling verdeelde verhaal van die vader is aangrijpend. Het begint met een ruzie van zijn zoon in een groepsapp, over een uitgeleende game controller die niet teruggeven wordt. De kwestie loopt gierend uit de hand, waarbij de zoon onder invloed van een giftige groepsdynamiek transformeert van slachtoffer tot dader. Het verhaal doet sterk denken aan de tragedie die zich voltrekt in de verpletterende Netflix-serie Adolescence.
Maar waar de virtuoze tweede aflevering van het Britse tienermoorddrama de leefwereld van schoolgaande tieners afschildert als een door pestgedrag, pikorde en sociale media opgestookte hel op aarde, daar schetst regisseur Honey Eavis in Beef een veelzijdiger beeld. Want ja, er wordt op school, op straat en in de socials volop gedist en buitengesloten. En helaas soms geknokt en gestoken. Maar Emond en zijn medeperformers Dionisio Matias en Rosana Salden laten tevens de lol zien die hoort bij het opnemen van een TikTok-dansje. De stress die het geeft om voortdurend te moeten reageren op prikkels blijkt ook komische kanten te hebben, zoals in een geestige scène waarin ze als kippen zonder koppen over het toneel rennen omdat ze steeds weer een andere telefoon aandacht moeten geven.
Uit gesprekken met veertien jongeren en enkele ouders distilleerden Eavis en dramaturg Saar Vandenberghe een lappendekentekst, waarin allerlei aspecten van het gestresste jongerenbestaan worden aangestipt: van de groepsdruk om de duurste kledingmerken te dragen tot de (vaak ongewenste) verspreiding van filmpjes van vechtpartijen.
Meermalen gaan de spelers het gesprek aan met het publiek, met een vraag of een dilemma. Moet je bijvoorbeeld iets zeggen als je weet dat iemand iets heeft uitgevreten? Ben je medeplichtig als je niets zegt, of ben je een snitch als je dat wel doet? Stof tot nadenken levert een scène waarin Matias twee keer vertelt hoe hij tijdens een handgemeen iemands ketting van de nek rukte. De ene keer stoer, als een sterk verhaal dat draait om het afdwingen van respect. En daarna nog eens, maar dan ongemakkelijk en deemoedig omdat het wordt aangehoord door de rechter en – nog erger – de moeder van de kettingrukker.
Spelend in een beweeglijk decor van plastic kratjes laten de spelers de verschillende onderwerpen in hoog tempo voorbijkomen. Het heeft iets vluchtigs, maar dat past wel bij het onderwerp. Beef is gemaakt om te worden gespeeld in een schoolsetting. Ik zag de voorstelling in de theaterzaal van De Krakeling, en ook al zaten er bij deze gelegenheid relatief veel volwassenen in de zaal, ik kreeg toch een goede indruk van de levendige sfeer die Emond, Matias en Salden oproepen.
Soepel speelt het drietal in op de onverwachte situaties die je juist bij een jongerenvoorstelling wel moet verwachten. Zoals het moment waarop overal in de zaal – met inbegrip van een van de telefoons van de performers – een luidruchtig noodalarm afging, vanwege een brand in de Amsterdamse havens. De interruptie vanuit de in brand staande buitenwereld voegde zich naadloos in het jongerenuniversum van Beef, als een van de vele prikkels die je als hedendaagse jongere nu eenmaal moet consumeren en verwerken.
Foto’s: Kamerich & Budwilowitz