Beatrijs, wie kent het middeleeuwse verhaal niet van de non die met haar lief het klooster ontvlucht, zeven jaar in liefde leeft, dan zeven jaar als sekswerker moet overleven om haar kinderen te kunnen voeden, en dan weer naar het klooster terugkeert, alwaar haar veertien jaren afwezigheid onopgemerkt gebleven zijn doordat de heilige Maria haar plaats als kosteres had ingenomen. Een flinterdun verhaaltje. Door moeilijk te doen, zoals vragen te stellen, wil Het Huis Hasselt het verhaal meer diepgang geven en vergelijken met de huidige tijd. Echt moeilijk is deze theaterversie overigens niet geworden. Integendeel: het is helder, met humor en fascinerend.

Theatermakers Lola Bogaert, Sara Haeck en Yinka Kuitenbrouwer van het collectief Het Huis Hasselt hebben een paar seizoenen geleden al de Griekse verhalen op hun vrouwelijkheid onderzocht in Drie Griekse verhalen door drie vrouwen in (min of meer) drie kwartier. Nu schuiven ze verder in de literatuurgeschiedenis. Aanvankelijk vonden ze het verhaaltje van Beatrijs maar dunnetjes, maar na doordenken en gesprekken met mediëvisten en literatuuronderzoek rond de vrouw in de middeleeuwen en later, vonden ze dit verhaal toch wel bijzonder.

Het is het eerste van de weinige verhalen uit de middeleeuwen waarin een vrouw de hoofdrol speelt. En een vrouw die haar eigen keuzes maakt! Of ze vrijwillig het klooster is ingegaan is niet duidelijk, maar wel dat ze zelf vrijwillig beslist om het klooster te verlaten, om als sekswerker de kost te verdienen en uiteindelijk terug te keren. De drie theatervrouwen vernamen dat er 54 middeleeuwse versies bestaan, waar in de loop der eeuwen nog meer variaties bijkwamen. Voor hun versie vonden ze vooral inspiratie in het boek Wijvenwereld van Chanelle Delameilleure.

Daar wandelen ze, de drie vouwen – in het blauw, in het zwart, in het rood – rond een piste die met een bloemenkrans is omringd. Ze tonen een sleutel, paraderen met variaties van aureolen en vertellen dat ze het verhaal van Beatrijs zullen brengen. In hun spel wisselen ze tussen de personages. Ze zijn alle drie Beatrijs, Maria, geliefde. Tussendoor vertellen ze over hun onderzoek, ontdekkingen en eigen levenservaringen en gedachten.

Bij elke verandering in het verhaal stellen ze zichzelf de vraag hoe zij zelf zouden handelen. Waarom ga je een klooster in? Uit roeping? Om geen kinderen te hebben? Waarom volg je iemand? Uit liefde? Om uit huis te ontsnappen? Waarom gaan geliefden uit elkaar? Hoe voelt het om je kinderen achter te laten? De vele vragen die worden gesteld zetten het (jonge) publiek zeker aan tot zelfreflectie. De actrices vertellen over de vrouw in de Middeleeuwen, zo onvrij was die niet, zeker niet in de middenklasse. Ze beelden Maria-figuren uit, poseren als heilige, maar ook als reclamemodel in deze tijd, en grote verschillen zijn er dan niet.

Als rode draad van het verhaal brengen ze tekstfragmenten uit de Beatrijs-bewerking van Willem Wilmink, één keer citeren ze een Middelnederlands fragment en laten ook zien hoe het woord ‘wijf’ qua connotatie is veranderd. Dat alles gebeurt op een speelse, niet belerende wijze. Heel vlot stappen ze van de verhaallaag over naar bedenkingen en commentaren, niet alleen in de tekst, maar heel sterk in visuele uitbeelding, met iconische knipogen naar de bloemensymboliek, naar het portret van Arnolfini en zijn vrouw van Jan van Eyck en naar de serafijnen en cherubijnen rond de Madonna van Fouqet.

De piste wordt getakeld en dient als een groot spiegelend aureool, waardoor de kostumering van Lotte Boonstra nog meer schittert. Mooi is het ‘hoofse’ gesprek tussen de jongeling buiten en Beatrijs binnen, fel is de tocht door het ‘fooreest’ (woud), waar de jongeling zijn hormonen de vrije teugels wil laten, en haar verzet daartegen.

Deze Beatrijs is ideaal om adolescenten – in een uurtje – kennis te laten maken met het oude verhaal van Beatrijs, en ze te laten zien wat het verhaal nu nog kan betekenen, wat dat middeleeuwse verhaal over toen en onze tijd te vertellen heeft. Deze contextualisering wordt op een speelse wijze knap gebracht.

Foto: Yuri van der Hoeven