Studeren er nog acteurs af die geen muziek kunnen maken? Is acteren alleen nog genoeg? Het lijkt wel van niet. Veel acteurs willen muzikant zijn en veel toneelgroepen maken uitstapjes naar het muziektheater. Toneelgroep Oostpool ook. Oostpool-acteur Bas van Rijnsoever staat op De Parade met Bas. Hij kan zingen en spelen.

Bas is zijn vriendin kwijt. Hij kijkt naar andere lange benen, maar zou alle benen ter wereld willen inruilen voor die van haar. Ze is ‘fucking overal, in alles’. Tussen dit soort overpeinzingen door zingt hij zijn liedjes in mineur.

Bas van Rijnsoever speelt Bas. Dat klinkt autobiografisch, maar zo ver wil hij niet gaan, want het is wel kunst: in een liedje kun je iets met de werkelijkheid doen. Misschien is het allemaal wel goed gegaan.

Ja, misschien. Zo’n observatie maakt de voorstelling wel heel vrijblijvend. Daar komt het al op vele akkers omgeploegde onderwerp nog bij. Ongeveer ieder puber schrijft gedichten over vriendinnetjes die het uitgemaakt hebben, ongeveer iedere beginnende cabaretier maakt er een voorstelling over. Wie daar nog iets origineels van wil maken, moet van goeden huize komen.

Schrijfster Hannah van Wieringen komt daarvandaan. Ze maakte bijvoorbeeld de sterke theaterbewerking (In) koud water bij Oostpool en haar prozadebuut De kermis van Gravezuid werd genomineerd voor de Opzij Literatuurprijs 2013. Nu staat ze voor de moeilijk opgave mee te schrijven aan de problemen van Bas. Ze schreef een paar mooie observaties als: ‘Soms is liefde stil zitten, naar je benen kijken en niet kwaad zijn op jezelf.’

Bij een paar interessante uitschieters blijft het. De liedjes blijven je niet bij door tekst of muziek. Ze zijn ook in het Engels, dat schept afstand en maakt de Nederlandstalige schrijvers wellicht wat minder wendbaar. Na veel zacht geklaag hoop je op een omslag, maar die komt niet. Jammer dat regisseur Marcus Azzini niet wat meer profiel heeft kunnen aanbrengen in Bas. Nu kabbelt de voorstelling voort. Niet onaangenaam, maar toch.

Foto: Sanne Peper