‘Vreemd als de ontmoeting van een paraplu en een naaimachine op een operatietafel.’ Zo definieerde De Lautréamont het surrealisme. Als dat klopt, zit er veel surrealisme in Banaan en oestermes, de nieuwe voorstelling van Hotel Modern, waarin de groep de camera’s en projecties voor een keer achterwege laat. Ook dat bevalt prima.

De mens omringt zich met dingen. Heel veel dingen. Bij veel van die dingen staan we maar zelden stil, maar daar maakt Hotel Modern rigoureus een einde aan. Op het podium staan achter en links twee hoge wanden van kartonnen dozen (dozen bergen de belofte van dingen in zich).

In het midden is het strijdperk, op zes van die dozen die de rol van sokkel spelen. Daarop zetten Herman Helle, Arlène Hoornweg en Pauline Kalker om beurten een voorwerp. Als er iemand aan de beurt is, denken de anderen na over een nieuwe zet, alsof ze een schaakpartij spelen.

Ze beginnen, heel logisch en terecht, met hersenen (die later een bloemkool blijken te zijn). Daarna volgen allerlei ballen, potten met knakworsten, asperges en pindakaas, wc-rollen, soldatenhelmen, afwasborstels, een kamerplant, schedels, ballonnen, laarzen, opgezette dieren, een fles wc-eend, schedels en zo’n mal cactusje met een rode bol bovenop. Om maar wat te noemen; er komt nog veel meer uit dozen en doosjes. De verzameling lijkt onuitputtelijk.

Van de geïsoleerde voorwerpen stappen de spelers al snel over op combinaties. Dingen en vormen gaan de concurrentie met elkaar aan, krijgen een relatie, conflicteren of echoën elkaar. Peinzend bedenken de spelers wat er op de nieuwe samenstelling kan volgen. Als het lukt, kijken ze triomfantelijk. Soms applaudisseren ze voor elkaar. De ene verrassing volgt op de andere. Mijn, dochter, die er gevoel voor en verstand van heeft, zei: ‘Je kunt op elk moment een foto maken en dan heb je steeds een goede foto.’

Hotel Modern werd over de hele wereld bekend met hun live animatietheater, waarin bijvoorbeeld de gruwelen van de wereldoorlogen op poppenkastformaat en toch onontkoombaar werden gepresenteerd: in maquettes manipuleren de spelers zelfgemaakte poppetjes, voorwerpen en wat ze verder maar nodig hebben om hun verhaal te vertellen. Met kleine camera’s registreren ze de acties, die op een groot doek worden geprojecteerd.

In Banaan en oestermes gebeurt alles ter plaatse op een schaal van één op één. Met een voorkeur voor lichte horror en maffe humor, bijvoorbeeld in het sprookje dat Herman Helle vertelt. Ik verdenk het wonderlijke brein van maquettebouwer, absurdist en theatermaker Helle van een groot aandeel in de voorstelling. In de foyer zijn foto’s van hem te zien, met hem op de voorgrond en een betekenisvolle achtergrond. Selfies, maar dan uit de tijd dat het woord nog niet bestond.

Er zijn ongeveer maar twee zaken die niet in dit dynamische museum van alledaagse dingen te zien zijn: een banaan en een oestermes.

Foto: Bas Czerwinski