Tegen de achterwand hangen vier spiegelende panelen. Die kunnen worden opgetakeld en voorover gekanteld, totdat ze een schuin plafond vormen. Via die schuine spiegels ziet het publiek een bontgekleurde verzameling buizen op de grond liggen: boomwhackers. Daarop spelen de vier mannen van Percossa ‘Flight of the Bumblebee’ van Rimsky-Korsakov. De act geldt als een statement: je kunt elk stuk muziek spelen met percussie alleen.

De theatrale percussiegroep Percossa bestaat twintig jaar: de leden zijn ‘oude mannen’ geworden. Daarom begint muziektheatervoorstelling Bam! met een grapje: de heren lopen met rollators en wandelstokken. Uiteraard ‘drummen’ ze daarmee ritmes op de vloer: het handelsmerk van de groep is om elk willekeurig object in te zetten als muziekinstrument. Van dameswaaiers tot gardes, van klompen tot de eigen ademhaling aan toe. Overigens treedt de groep niet meer helemaal in haar oorspronkelijke samenstelling op: Freek Koopmans vervangt oude rot Niels van Hoorn. Jos Thie neemt voor deze voorstelling de regie voor zijn rekening.

Percossa hoort in de traditie van groepen als Stomp (VS), The Blue Man Group (VS) en Mayumana (oorsponkelijk Israëlisch), en binnen de landsgrenzen Slagerij van Kampen. De opzet van Percossa is overigens veel bescheidener dan die van de collega’s, minder massaal en internationaal. Wel waagden ze zich samen met Oorkaan aan een paar geslaagde kindervoorstellingen en bespelen de klassiek geschoolde mannen meerdere instrumenten.

Zo speelt Janwillem van der Poll ook viool en didgeridoo, René Spierings vibrafoon, Eric Robillard piano en contrabas, en Freek Koopmans flamenco-gitaar. Ze brengen zowel klassieke muziek als eigen composities, kunnen klinken als een Indonesisch gamelan-orkest en als een Latijns-Amerikaanse band, stappen over op flamenco of minimal music. Niet alle zang is geslaagd, een liedje dat René Spierings zingt klinkt tamelijk vals.

Robillard heeft op het podium de sterkste présence, hij heeft de lachers op zijn hand en dirigeert het publiek opdat het klapt en roept wanneer hij dat wil. Nieuwkomer Koopmans is een begenadigd drummer en een aanwinst voor de groep. De vier mannen zijn bijzonder goed op elkaar ingespeeld. Aanstekelijk is het plezier dat ze zelf hebben in het samen spelen. Visuele en komische vondsten verrijken Bam!, hoewel de dwang om geestig te zijn de mannen hier en daar in de weg zit.

Jammer is wel dat onder veel acts een opname meeloopt met synthesizer-muziek en nu en dan zelfs zang. Die achtergrondmuziek is niet nodig en het is ook veel interessanter de muziek te horen die de percussionisten zelf voortbrengen, desnoods met de blote hand op een zinken emmer.

Eigenlijk zit de meest fascinerende act bijna aan het einde van de voorstelling, als Van der Poll een lange knallende zweep inzet als instrument, terwijl Robillard op de piano staat te rammen. Dan wordt de voorstelling eerder gevaarlijk dan gezellig, het dak gaat eraf en dat is spannend.

De grootste kracht van de mannen van Percossa blijft echter hun virtuositeit als percussionist. Met stokken, rollators, kinderbuggies, maar ook gewoon met vier drumstellen maken ze muziek. Op die momenten is Bam! op zijn best.

Foto: Jaap Reedijk